Inhoudsopgave
Advertenties
4.3
Standaardconfiguratie van sondes
De standaardconfiguratie van KESSEL-opvoerinstallaties is een druksensor (drukbuis). Een optische sensor als alarmsonde
wordt meegeleverd of kan op de reeds voorgemonteerde aansluiting worden gemonteerd.
Druksensor
Als een druksensor moet worden gebruikt om het vulpeil
vast te stellen, moet die als volgt worden aangesloten.
Voer een luchtslang met een trekveer door de mantel-
buis; bevestig de slang met de afdekkap aan de trekveer.
Snijd het einde van de luchtslang met afdekkap exact af.
Plaats de blauwe ontgrendelingsring en houd hem inge-
drukt.
Als de ontgrendelingsring niet voorhanden is,
schuift u de luchtslang op de aansluitnippel van de pers-
luchtaansluiting.
Schuif de luchtslang tot de aanslag in het aansluitstuk.
Als het aansluitstuk niet voorhanden is, draait u de
klemmoer vast.
Laat de ontgrendelingsring los.
De luchtslang is luchtdicht aangesloten.
Trek licht aan de luchtslang om te controleren of de aan-
sluiting vastzit.
Leg de luchtslang altijd oplopend aan.
Bij lengten van meer dan 10 m of tegenhelling van de
luchtslang compressorset voor inbrenging van luchtbellen
(art.nr. 28048) gebruiken.
Optische sonde
Sondekabel naar de alarmsonde voeren.
Beschermkap verwijderen.
Controleren of een afstandsring voorhanden is.
Stekker op de aansluiting schuiven (pijl naar boven).
Bij het ontbreken van een afstandsring: tekker met
schroefsleutel (15 mm) vastdraaien, en daarbij de afge-
beelde tussenruimte en aandraaimoment in acht nemen.
Afstandsring voorhanden: Draai de stekker met de hand
vast dat gelijk ligt.
016-328
Inbouw- en bedieningshandleiding
91 / 124
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
