3
Verwijder de schroef waarmee de kaart in de connectorsleuf van de systeemkaart is vastgezet.
4
Trek de kaart voorzichtig uit de connector.
5
Als u het metalen afdekplaatje voor de connectorsleuf hebt bewaard en als u geen andere kaart wilt installeren,
brengt u het afdekplaatje aan.
a
Schuif het plaatje met de klemzijde naar voren op zijn plaats. Zorg dat de klem in de uitsparing op de
systeemkaart valt.
b
Zet het andere uiteinde van het plaatje met de schroef vast op de systeemkaart.
6
Bewaar de kaart in de originele verpakking of verpakt in papier in een doos.
7
Breng de klep van de systeemkaart weer aan. Raadpleeg Klep van de systeemkaart terugplaatsen voor meer
informatie.
Opties installeren en verwijderen
Geheugenkaarten en optionele kaarten verwijderen
20