Pagina 1
C912 Installatiehandleiding Maart 2003 www.lexmark.com...
Pagina 4
Services Department, Westhorpe House, Westhorpe, Marlow Bucks SL7 LET OP: Installeer dit product niet en sluit er geen elektrische 3RQ. Lexmark behoudt zich het recht voor de door u verstrekte informatie snoeren of kabels (zoals het netsnoer of een telefoonkabel) op naar eigen goeddunken te gebruiken en te verspreiden, zonder hiermee aan tijdens onweer.
550 vel (zie pagina 5) – Duplexeenheid – Alle voorzieningen van het netwerkmodel Hoge- capaciteitslader Als u de Lexmark C912 printer wilt (zie pagina 10) aanpassen, kunt u diverse invoeropties Printerbasis aanschaffen, waaronder een hoge- (zie pagina 5) capaciteitslader. Mogelijk hebt u bij de printer ook een finisher aangeschaft.
Tevens vindt u hier algemene informatie die van belang is voor beheerders. De informatie op de cd is ook beschikbaar op de Lexmark website: www.lexmark.com/publications. Naslagkaart en Vastgelopen papier Op de Naslagkaart en Vastgelopen papier verwijderen treft u informatie aan...
(9) Netsnoer Als er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn, raadpleegt u de cd Publications voor informatie over hoe u contact kunt opnemen met Lexmark voor technische ondersteuning. Bewaar de doos en het verpakkingsmateriaal. Het is mogelijk dat u de printer nog eens moet inpakken.
Stap 2: Locatie kiezen voor printer Voor een optimaal gebruik van de printer is het kiezen van een juiste locatie voor de nieuwe Lexmark C912 printer zeer belangrijk. Rekening houden Houd bij het kiezen van een plek voor de printer rekening met het...
Pagina 12
Lexmark C912dn (netwerkprinter 330,2 mm 869,6 mm 1355,4 mm met duplexeenheid) (13 in.) (34,2 in.) (53,4 in.) Lexmark C912 met hoge- 762 mm 1384,3 mm 1787,2 mm capaciteitslader (30 in.) (54,5 in.) (70,4 in.) * Inclusief de printer en eventuele standaardopties voor het model.
Stap 3: Printer en opties voor papierverwerking installeren Volg de richtlijnen in het gedeelte “Printer plaatsen” op pagina 6 als u een basismodel hebt aangeschaft. Opmerking: Installeer de onderdelen in de volgorde In de volgende tabel ziet u waar u de waarin deze in de tabel zijn vermeld.
Printerbasis of onderkast U kunt een optionele printerbasis of installeren onderkast aanschaffen. U installeert als volgt de onderkast of printerbasis: Haal de kast of printerbasis uit de doos. Verwijder al het verpakkingsmateriaal. Volg de instructies bij de te monteren optie of bereid de kast of basis voor de installatie voor.
Ga als volgt te werk als u beschikt over extra laders voor 550 vel: Lijn de nokken op de onderste lader uit met de gaten in de lader voor 550 vel. Laat de lader voor 550 vel op zijn plaats zakken. Zorg ervoor dat de laders goed op elkaar rusten.
Vraag drie andere personen u te helpen om de printer op de gekozen locatie te plaatsen. Als u de printer bovenop een lader voor 550 vel installeert, lijnt u de nokken op de lader uit met de gaten in de printer. Zorg ervoor dat de printer goed op de lader rust.
Optionele duplexeenheid De printer is geschikt voor een optionele installeren duplexeenheid, waarmee u dubbelzijdig kunt afdrukken. Opmerking: Raadpleeg de cd Publications voor Haal de duplexeenheid uit de informatie over de papiersoorten en -formaten die u kunt verpakking. gebruiken in de duplexeenheid. Verwijder tape en ander verpakkingsmateriaal.
Pagina 18
Lijn de duplexeenheid uit met de sleuven van de printer. Schuif de duplexeenheid in de printer. Lijn de duimschroeven op de duplexeenheid uit met de gaatjes op de printer. Draai de duimschroeven aan. Sluit de klep voor de duplexeenheid. Printer en opties voor papierverwerking installeren...
(9) Sleutel Als er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn, raadpleegt u de cd Publications voor informatie over hoe u contact kunt opnemen met Lexmark voor technische ondersteuning. Controleer of de printer is uitgeschakeld. Printer en opties voor papierverwerking installeren...
Bevestigingsframe aansluiten Verwijder de twee zijklepjes van de bovenste lader voor 550 vel. Mogelijk moet u een kleine schroevendraaier met een platte kop gebruiken om de klepjes eerst omhoog te duwen en vervolgens te verwijderen. Steek twee schroeven door de bovenste schroefgaten van het bevestigingsframe (zie de afbeelding).
Pagina 21
Geleiderail en lader aansluiten Lijn de twee gaatjes op de geleiderail uit met de schroefbouten van het bevestigingsframe. Schuif de geleiderail omlaag totdat deze stevig vastzit op de bevestigingsrail en op de grond rust. Plaats de hoge-capaciteitslader op de geleiderail. Opmerking: Controleer of alle vier zwenkwielen zich op de geleiderail bevinden.
Pagina 22
Rol de hoge-capaciteitslader naar de printer toe. De pinnen moeten goed zijn uitgelijnd met de gaten in het bevestigingsframe. Raadpleeg “Opvulblokjes voor de hoogte-afstelling installeren” op pagina 15 als de pinnen niet goed zijn uitgelijnd met de gaatjes van het bevestigingsframe. Schuif de hoge-capaciteitslader naar de printer totdat de lader aan het bevestigingsframe is...
Pagina 23
Bevestig de interfacekabel aan de achterkant van de hoge- capaciteitslader en draai de duimschroeven aan. Plaats de punt van de kabelhouder in het gat aan de achterkant van de bovenste optionele lader. Plaats de kabel van de hoge- capaciteitslader in de houder. Sluit de kabelhouder.
Opvulblokjes voor de hoogte-afstelling Pas de hoogte van de lader aan als de pinnen van de hoge-capaciteitslader niet installeren uitgelijnd zijn met de gaatjes in het bevestigingsframe. U kunt ofwel het in de fabriek geïnstalleerde opvulblokje verwijderen of twee opvulblokjes toevoegen tussen elk zwenkwiel en de onderkant van de hoge- capaciteitslader.
U verwijdert als volgt een opvulblokje dat in de fabriek is aangebracht: Verwijder het opvulblokje van de bovenkant van het zwenkwiel. Steek de vier schroeven door het zwenkwiel. Draai de schroeven in de schroefgaten van de hoge- capaciteitslader. Draai de vier schroeven aan om het zwenkwiel vast te zetten.
Stap 4: Printersupplies installeren Bovenklep openen U krijgt als volgt toegang tot de supplies voor de printer Lexmark C912: Verwijder transporttape en ander verpakkingsmateriaal. Open de voorklep. Draai de vergrendelingshendel van de bovenklep naar links. Printersupplies installeren...
Pagina 27
Opmerking: De bovenklep gaat heel snel open. Houd beide handen op de bovenklep wanneer u deze opent. Plaats beide handen op de Rechtervergrendeling van bovenklep optilpunten en druk de rechtervergrendeling van de bovenklep in. Til de bovenklep zo ver mogelijk omhoog.
Pagina 28
Verwijder het transportbandje waarmee de klep in positie wordt gehouden: Druk de klep zachtjes naar beneden. Transportbandje Draai het bovenste deel van het transportbandje een beetje zodat u het naar beneden kunt trekken. Trek het naar de voorkant van de printer tot het bandje helemaal los komt van de klep.
Haal het onderste deel van het bandje los van de printer. Verwijder de tape en het gele verpakkingsmateriaal uit de printer. Oliecoatingrol van het verhittingsstation installeren Haal de coatingrol uit de verpakking. LET OP: Raak de coatingrol niet aan. U mag alleen de behuizing van de coatingrol aanraken.
Pagina 30
Schuif de coatingrol in het verhittingsstation door de rol helemaal naar achteren te duwen, totdat deze in positie klikt. Zorg ervoor dat de coatingrol op zijn plaats valt. De rol moet op zijn plaats vastklikken en er mag geen ruimte tussen de rol en het verhittingsstation zijn.
Photodeveloper units installeren De printer wordt geleverd met vier photodeveloper units die zijn voorzien van een kleurencode. U moet deze units aan de binnenkant van de bovenklep plaatsen. Elke unit heeft een eigen positie die te herkennen is aan een kleurcode.
Pagina 32
Lijn de photodeveloper unit uit met de sleuf van de printer. Boven elke sleuf wordt met een label aangegeven welke kleur in de sleuf moet worden geïnstalleerd. Schuif de photodeveloper unit in de printer totdat deze stevig op zijn plaats zit. Houd bij het schuiven de unit met uw linkerhand vast en de bescherming van de photodeveloper met uw...
Tonercartridges installeren De printer wordt geleverd met vier tonercartridges die elk zijn voorzien van een kleurencode. Met deze meegeleverde tonercartridges kunt u ongeveer 8000 pagina's afdrukken. Opmerking: Verwijder eventuele tonervlekken uit Installeer de tonercartridges aan de kleding met een borstel of koud water. binnenkant van de bovenklep van de printer.
Pagina 34
Verwijder de tape en ander verpakkingsmateriaal. Lijn de tonercartridge uit met de sleuf van de printer. De tonercartridge wordt rechts van het label met dezelfde kleur geplaatst. Printersupplies installeren...
Pagina 35
Schuif de tonercartridge in de printer totdat de cartridge stevig vastzit. Draai de arm van de overloopfles totdat deze boven de photodeveloper unit op zijn plaats klikt. Herhaal stap 2 tot en met 6 om de overige tonercartridges te installeren. Printersupplies installeren...
Zelfklevende overlay voor Bij de printer wordt een zelfklevende bedieningspaneel aanbrengen overlay geleverd waarop de namen van de knoppen op het bedieningspaneel in het Nederlands zijn vertaald. U brengt als volgt deze overlay aan: Haal de zelfklevende overlay uit de verpakking van de printer.
Pagina 37
Draai de vergrendelingshendel van de bovenklep naar rechts. Optilpunten Hendel van bovenklep Als u de vergrendelingshendel niet kunt draaien, is de klep niet helemaal gesloten. Plaats beide handen op de optilpunten en druk de rechtervergrendeling van de bovenklep in. Til de bovenklep op. Druk stevig op de bovenklep tot deze op zijn plaats klikt.
Stap 5: Geheugen en optiekaarten installeren Als u geen geheugen, firmware of optiekaarten hebt aangeschaft, slaat u deze stap over en gaat u verder bij “Stap 6: Papier laden” op pagina 38. LET OP: Als u geheugenkaarten of optiekaarten U kunt de geheugencapaciteit van de installeert nadat de printer is geïnstalleerd, moet u de printer aanpassen en de printer uitschakelen en het netsnoer loskoppelen.
Pagina 39
Draai de acht schroeven op de klep van de systeemkaart los. Schroeven Verwijder de schroeven niet volledig. Schroeven Schuif de klep omhoog en trek deze vervolgens weg van de printer. Geheugen en optiekaarten installeren...
Pagina 40
Op de afbeelding kunt u de juiste aansluiting voor de te installeren kaart vinden. Connectoren voor geheugen- en flash-geheugenkaart Connector voor optiekaart Parallelle connector Ethernet-connector USB-connector Optionele ImageQuick-firmwarekaart Afdekplaatje optiekaart Optionele vaste schijf In de volgende tabel ziet u waar u de benodigde instructies vindt.
Geheugenkaart installeren Voer de volgende instructies uit als u een printergeheugenkaart of een flash- geheugenkaart in de printer wilt installeren. Geheugenkaarten moeten 168-pins connectoren hebben. Opmerking: Geheugenopties die zijn ontwikkeld voor Op de systeemkaart zijn drie andereLexmark printers, werken mogelijk niet met uw connectoren beschikbaar voor optionele printer.
Optionele firmwarekaart installeren Als een optiekaart is geïnstalleerd, verwijdert u deze voordat u de firmwarekaart installeert. Opmerking: Firmwarekaarten die zijn ontworpen voor Verwijder de klep van de andereLexmark printers, werken mogelijk niet met uw systeemkaart (zie pagina 29). printer. Waarschuwing: Firmwarekaarten zijn gevoelig voor statische elektriciteit.
Vaste schijf installeren Waarschuwing: Vaste schijven kunnen beschadigd Als een optiekaart is geïnstalleerd, moet raken door statische elektriciteit en fysieke schokken u deze mogelijk verwijderen voordat u de (bijvoorbeeld als u de schijf laat vallen). Raak daarom vaste schijf installeert. eerst een metalen voorwerp, bijvoorbeeld de printerkast, aan voordat u de vaste schijf aanraakt.
Optiekaart installeren De printer heeft één uitbreidingssleuf die geschikt is voor diverse optiekaarten. In de volgende tabel wordt de functie van deze kaarten beschreven. Kaart Functie Interne MarkNet™ printerserver Hiermee voegt u een Ethernet-, Token-Ring- of Fiber-poort toe, zodat u de printer op een netwerk kunt aansluiten.
Pagina 45
Breng de connector op de optiekaart op één lijn met de connector op de systeemkaart. De kabelconnectoren aan de zijkant van de optiekaart moeten in de connectorsleuf passen. Druk de optiekaart stevig in de connector. Draai de schroeven vast om de kaart aan de systeemkaart te bevestigen.
Klep van systeemkaart opnieuw Nadat u de kaarten op de systeemkaart aanbrengen van de printer hebt geïnstalleerd, plaatst u de klep van de systeemkaart terug. Lijn de gaten op de klep uit met de schroeven op de printer. Schroefsleuf Plaats de klep tegen de printer en schuif deze omlaag.
Meer optionele laden en de universeellader. informatie over de kenmerken van de media vindt u in de Card Stock & Label Guide op de Lexmark website: www.lexmark.com. Bron Papierformaten...
Papierladen vullen Elke papierlade kan worden gevuld met 550 vel papier. Opmerking: Als u een optionele lade voor zware Volg deze instructies om papier in alle afdrukmedia hebt, raadpleegt u het gedeelte over de lade papierladen te plaatsen. voor zware afdrukmedia in de tabel op pagina 38. Volg de instructies voor een lade voor zware afdrukmedia op pagina 44.
Pagina 50
Druk de linkergeleider in en schuif deze naar de positie voor het papierformaat dat u wilt laden. Laat de papiergeleider los. Opmerking: Aan de hand van de positie van de linkerpapiergeleider bepaalt de printer welk formaat papier zich in de lade bevindt. Een verkeerd ingestelde linkerpapiergeleider kan problemen veroorzaken met de papierinvoer en/of met de paginaopmaak.
Pagina 51
Plaats het papier in de lade met de afdrukzijde naar beneden. Opmerking: Maak de stapel niet hoger dan de maximale stapelhoogte voor het formaat en het gewicht van de media (zie pagina 39). Als de lade te vol is, kunnen vellen afdrukmedia vastlopen.
Pagina 52
Stel de knop voor het papierformaat zo in dat het formaat van het papier in de lade wordt aangegeven. Schuif de lade in de printer. Papier laden...
Lade voor zware afdrukmedia gebruiken Lade 1 wordt vervangen door de optionele lade voor zware afdrukmedia die speciaal is ontworpen voor het gebruik van zwaarder papier, transparanten en etiketten. Raadpleeg de installatie- instructies op de cd Publications voor de lade voor zware afdrukmedia. Opmerking: Als u de lade voor zware afdrukmedia Als de lade voor zware afdrukmedia is...
Druk enkele malen op Menu totdat u Soort lade 1 ziet en druk Soort lade 1 vervolgens op Selecteren (Select). Aangepast 1 Druk enkele malen op Menu totdat u Aangepast 1 ziet en druk Terug Selecteren Menu vervolgens op Selecteren (Select).
Pagina 55
U vult als volgt de universeellader: Open de universeellader. Schuif de papiergeleiders naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt laden. Opmerking: De geleiders zijn onderling verbonden. Wanneer u een van de geleiders verplaatst, wordt de andere ook verplaatst. Druk de metalen plaat omlaag totdat deze is vergrendeld.
Pagina 56
Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven tussen de papiergeleiders. Opmerking: Let op dat u de maximale stapelhoogte niet overschrijdt. Bij een te volle lader kunnen vellen afdrukmedia vastlopen. Schuif de knop SET naar links zodat de lade wordt ontgrendeld. U sluit de universeellader door de lader op te tillen.
Vullen van de hoge-capaciteitslader U kunt de optionele hoge- capaciteitslader met 3000 vel papier extra vullen. Opmerking: Vul de hoge-capaciteitslader altijd alleen U vult als volgt de hoge-capaciteitslader: met papier. Open de bovenklep. De papiergeleiders zijn door de fabrikant ingesteld en zijn mogelijk reeds geconfigureerd voor het papierformaat van uw keuze.
Pagina 58
Schuif de geleiders in de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt laden (A4 of Letter). Draai de schroeven van beide papiergeleiders weer vast. Buig de vellen enkele malen en waaier ze uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een platte ondergrond een rechte stapel.
Pagina 59
Druk op de knop van de papierlade. De papierlade gaat omlaag zodat u 500 vel papier extra kunt laden. Opmerking: Als u te weinig papier in de lade plaatst, Plaats het papier tegen de wordt dit door de sensor geregistreerd en gaat de lade papiergeleiders, met de niet omlaag.
U kunt de printer lokaal aansluiten op een USB-poort of op een aansluiten op de pc parallelle poort. Een USB-poort is standaard op alleLexmark C912 printermodellen. De besturingssystemen Windows 98 SE, Windows Me, Windows 2000 en Windows XP ondersteunen USB-aansluitingen. Op sommige UNIX-, Linux- en Macintosh-computers worden USB- aansluitingen ook ondersteund.
Sluit de printer aan op de computer met een parallelle kabel. Voor de parallelle poort van een basisapparaat is een parallelle 1284 A-B-kabel nodig, zoals de Lexmark kabels met artikelnummer 1329605 (3,05 m) en artikelnummer 1427498 (6,1 m). Voor een parallelle poort op een interfacekaart van het...
Printer inschakelen Steek het ene uiteinde van het netsnoer van de printer in de connector aan de zijkant van de printer en het andere uiteinde in een geaard stopcontact. Als u een optionele hoge-capaciteitslader hebt geïnstalleerd, steekt u het ene uiteinde van het netsnoer van de hoge- capaciteitslader in de connector aan de zijkant van de hoge- capaciteitslader en het andere uiteinde in een geaard stopcontact.
Stap 8: Stuurprogramma's voor een lokale printer installeren Een lokale printer is met een USB-kabel of parallelle kabel aangesloten op de computer. Als de printer op een netwerk is aangesloten en niet op uw computer, slaat u deze stap over en gaat u verder met “Stap 9: Printerinstallatie controleren”...
Drivers die is geleverd bij de printer. wordt er een nieuw U kunt de stuurprogramma's ook als softwarepakket downloaden van printerobject gemaakt. Dit de Lexmark website: www.lexmark.com. printerobject wordt weergegeven in de map Printers. Windows XP met een...
Windows 2000 met Ga als volgt te werk wanneer het scherm Wizard Nieuwe hardware gevonden verschijnt: een USB-kabel of parallelle kabel Plaats de cd Drivers in het cd-rom-station. Als de cd automatisch wordt gestart, sluit u de cd af. Klik op Volgende. Opmerking: Selecteer Zoeken naar een geschikt stuurprogramma voor printerstuurprogramma's te...
Selecteer de printer en het stuurprogramma in de lijst en klik dan op OK. Zorg ervoor dat u het stuurprogramma in de gewenste taal selecteert. D:\Drivers\WIN_9X\<TAAL> Als het printerstuurprogramma is geïnstalleerd, klikt u op Voltooien. Gebruik de standaardnaam voor de printer of typ een unieke naam en klik dan op Volgende.
Selecteer Ja om een testpagina af te drukken en klik dan op Voltooien. Alle benodigde bestanden worden naar de computer gekopieerd. Als de testpagina is afgedrukt, klikt u op Ja om het berichtvenster te sluiten. Klik op Voltooien om de installatie af te ronden. U kunt nu afdrukken.
PPD-bestand voor de printer Macintosh 8.6 - 9.0: Open Apple LaserWriter. ook als onderdeel van een softwarepakket downloaden Macintosh 9.1 -9.x: Open Programma's en vervolgens vanaf de Lexmark website: Hulpprogramma's. www.lexmark.com. Dubbelklik op Desktop Printer Utility. Stuurprogramma's voor een lokale printer installeren...
Pagina 69
Selecteer Printer (USB) en klik op OK. Klik in de sectie Selectie USB-printer op Wijzig. Als uw printer niet wordt genoemd in de lijst Selectie USB- printer, controleert u of de USB-kabel goed is aangesloten en of de printer is ingeschakeld. Selecteer de naam van uw printer en klik op OK.
De pakketten voor Sun Solaris en Linux zijn beschikbaar op de cd Drivers en op de Lexmark website: www.lexmark.com. Elk pakket bevat tevens een Gebruikershandleiding met gedetailleerde instructies voor de installatie en het gebruik van Lexmark printers in UNIX- en Linux-omgevingen. Alle pakketten met stuurprogramma's ondersteunen lokaal afdrukken via een parallelle aansluiting.
Pagina 71
Parameters instellen Druk op het bedieningspaneel een aantal malen op Menu totdat u Menu's afdrukken ziet op de display en druk dan op op de printer Selecteren (Select). Opmerking: Raadpleeg Druk enkele malen op Menu totdat u het menu Serieel ziet en voor meer informatie over druk dan op Selecteren (Select).
Printerstuurprogramma U moet een printerstuurprogramma installeren op de computer die is aangesloten op de printer. installeren Plaats de cd Drivers in het cd-rom-station. De cd wordt automatisch gestart. Als de cd niet automatisch wordt gestart, klikt u op Start Uitvoeren en typt u de volgende opdracht in het dialoogvenster Uitvoeren: D:/Setup.exe.
Pagina 73
Klik op OK en sluit vervolgens alle vensters. Druk een testpagina af om de printerinstallatie te controleren. Klik op Start Instellingen Printers. Selecteer het printerobject dat u zojuist hebt gemaakt. Klik op Bestand Eigenschappen. Klik op Testpagina afdrukken. Als de testpagina goed wordt afgedrukt, is de printerinstallatie voltooid.
Stap 9: Printerinstallatie controleren Pagina met menu- Druk een pagina met menu-instellingen af om de instellingen standaardinstellingen van de printer te bekijken en te controleren of de printeropties goed zijn geïnstalleerd. afdrukken Opmerking: Meer Controleer of de printer is ingeschakeld. informatie over het gebruik Druk enkele malen op Menu totdat u het menu Extra ziet en van het bedieningspaneel...
Pagina met Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u de netwerk- netwerkaansluiting controleren door een pagina met netwerkinstellingen af te drukken. Deze pagina geeft tevens informatie instellingen die van belang is bij het configureren van het afdrukken in een afdrukken netwerk.
Stap 10: Configureren voor TCP/IP Als TCP/IP beschikbaar is in uw netwerk, raden wij u aan om een IP- adres toe te wijzen aan de printer. IP-adres toewijzen Als uw netwerk gebruikmaakt van DHCP, wordt automatisch een IP- aan printer adres toegewezen nadat u de netwerkkabel op de printer hebt aangesloten.
Als in uw printer een optionele Lexmark ImageQuick™-firmwarekaart pull-afdrukken is geïnstalleerd, kunt u de printer configureren voor pull-afdrukken, zodra een IP-adres is toegewezen aan de printer. Raadpleeg de cd die bij de Lexmark ImageQuick-kaart is geleverd voor nadere informatie over de configuratie. Configureren voor TCP/IP...
Stap 11: Stuurprogramma's installeren voor afdrukken via het netwerk Nadat u de TCP/IP-instellingen hebt toegewezen en gecontroleerd, kunt u de printer installeren op elke computer in het netwerk. Windows In een Windows-omgeving kunt u netwerkprinters configureren voor rechtstreeks afdrukken of voor gedeeld gebruik. •...
Systeemstuurprogramma's zijn ingebouwd in de Windows- besturingssystemen. De speciale stuurprogramma's zijn beschikbaar op de cd Drivers. De nieuwste versies van de systeemstuurprogramma's en de speciale stuurprogramma's zijn te vinden op de Lexmark website: www.lexmark.com. Macintosh Om te kunnen afdrukken op een netwerkprinter, moet elke Macintosh-...
UNIX/Linux De printer ondersteunt vele UNIX- en Linux-platforms, zoals Sun Solaris en Red Hat. Ga naar de website van Lexmark op www.lexmark.com voor een compleet overzicht van ondersteunde UNIX- en Linux-platforms. Opmerking: De pakketten Lexmark levert een pakket met printerstuurprogramma's voor elk voor Sun Solaris en Linux ondersteund UNIX- en Linux-platform.
(of delen van de inhoud) van de cd kopiëren naar een gedeelde netwerkschijf of een intranetsite. Op de website van Lexmark op www.lexmark.com zijn ook exemplaren van de documentatie beschikbaar. Gefeliciteerd.