7.4.2 Installatie van elektronische aandrijfeenheid
Vereiste gereedschappen
● Torxschroevendraaier TX 10
● Gekalibreerde momentsleutel (aanhaalfactor ≤ 1,6)
1
Afb. 22:
1 Torxschroef
2 Elektronische aandrijfeenheid
3 Adapterplaat
Procedure
1. Installeer de turbopomp indien nodig rechtopstaand.
2. Plaats de nieuwe elektronische aandrijfeenheid recht op de adapterplaatverbinding van de turbo-
3. Schroef de elektronische aandrijfeenheid op de turbopomp met alle 4 de torxschroeven.
7.4.3 Toerentalspecificatie bevestigen
Het typische nominale toerental van een turbopomp is vooraf in de fabriek in de elektronische aandrij-
feenheid ingesteld. Als de elektronische aandrijfeenheid wordt vervangen of een ander pomptype wordt
gebruikt, worden de ingestelde waarden van het nominale toerental gewist. De handmatige bevestiging
van het nominale toerental is onderdeel van een redundant veiligheidssysteem om een te hoog toeren-
tal te voorkomen.
De redundante bevestiging van het nominale toerental van een turbopomp is mogelijk door de parame-
ter [P:777] NomSpdConf in de elektronische aandrijfeenheid aan te passen.
HiPace
10 | 30 | 60 | 80
300
350 | 450
400 | 700 | 800
Tab. 12:
Vereiste hulpmiddelen
● Aangesloten bedieningseenheid van Pfeiffer Vacuum
● Kennis van de configuratie en instelling van de bedieningsparameters van de elektronische aan-
Nominaal toerental aanpassen
1. Neem de gebruiksaanwijzing van de besturingseenheid in acht.
2. Raadpleeg de bedieningsinstructies van de elektronische aandrijfeenheid.
3. Stel de parameter [P:794] in op "1" en activeer de uitgebreide parameterset.
3
2
Installatie van de elektronische aandrijfeenheid TC 110|TC 120
pomp.
– Aanhaalmoment: 0,8 Nm
Karakteristieke nominale toerentallen van turbopompen
drijfeenheid
4
Originele beschermkap
5
Blinde flens
Nominaal toerental
1500 Hz
1000 Hz
1100 Hz
820 Hz
Onderhoud
4
5
45/66