Installatie
Aansluiting van het tapeind en het tapgat
1. Gebruik alleen de goedgekeurde montagesets van Pfeiffer Vacuum voor de aansluiting van de
2. Draai de tapeinden met het kortere uiteinde in de tapgaten op de contraflens.
3. Bevestig de turbopomp met een centreerring volgens de afbeelding op de contraflens.
4. Gebruik deze voor alle voorgeschreven componenten voor de turbopomp.
5. Zet de zeskantmoeren vast.
6. Draai de moeren kruislings in 3 stappen vast.
Afb. 11:
Aansluiting van het tapeind en een doorvoergat
1. Gebruik alleen de goedgekeurde montagesets van Pfeiffer Vacuum voor de aansluiting van de
2. Bevestig de turbopomp met een centreerring volgens de afbeelding op de contraflens.
3. Gebruik deze voor alle voorgeschreven componenten voor de turbopomp.
4. Draai de schroefverbindingen kruislings in 3 stappen vast.
5.3.9 De CF-flens aan CF-F bevestigen
De verbindingstypen voor CF-installaties met een CF-flens zijn:
● "Zeskantbout en doorvoergat"
● "Tapeind met tapgat"
● "Tapeind met doorvoergat"
Er kunnen lekkages optreden als gevolg van onjuiste installatie van CF-flenzen
Ontoereikende hygiëne bij het hanteren van CF-flenzen en koperen pakkingen resulteert in lekkages
en kan processchade veroorzaken.
► Draag altijd geschikte handschoenen voordat u componenten aanraakt of monteert.
► Breng alleen afdichtingen aan als deze droog en vetvrij zijn.
► Kijk uit voor beschadigde oppervlakken en snijranden.
► Vervang de beschadigde componenten.
Vereiste gereedschappen
● Inbussleutel (13 WAF)
● Gekalibreerde momentsleutel (aanhaalfactor ≤ 1,6)
Afb. 12:
28/66
turbopomp.
– Houd rekening met de minimale treksterkte van het flensmateriaal en de schroefdiepte.
– Aanhaalmoment: 5, 15, 22 ± 2 Nm
Flensaansluiting ISO-F, tapeind en doorvoergat
turbopomp.
– Aanhaalmoment: 5, 15, 22 ± 2 Nm
Flensaansluiting CF-F, zeskantbout en doorvoergat
OPMERKING