Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toelatingen; Principes Modbus - Vega VEGAFLEX 86 Handleiding

Tdr voor continue niveau- en scheidingslaagmeting van vloeistoffen
Verberg thumbnails Zie ook voor VEGAFLEX 86:
Inhoudsopgave

Advertenties

Vervuilingsgraad
5)
Veiligheidsklasse (IEC 61010-1)

Toelatingen

Instrumenten met toelatingen kunnen afhankelijk van de uitvoering verschillende technische speci-
ficaties hebben.
Bij deze moeten daarom de bijbehorende toelatingsdocumenten worden aangehouden. Deze zijn
in de leveringsomvang opgenomen of kunnen via www.vega.com, "Instrument zoeken (serienum-
mer)" en in de download-sectie worden gedownload.

10.2 Principes Modbus

Busbeschrijving
Het Modbus-protocol is een communicatieprotocol voor de communicatie tussen instrumenten. Het
is gebaseerd op een master/slave- resp. client/server-architectuur. Met Modbus kunnen en master
en meerdere slaves worden gekoppeld. Iedere busdeelnemer heeft een eenduidig adres en mag
berichten via de bus verzenden. De initiatieven gaan daarbij uit van de master, de geadresseerde
slave antwoordt. De dataoverdracht is serieel (EIA-485) in de bedrijfsstand RTU. In de hier interes-
sante RTU- en ASCII-modus worden de data in binaire vorm overgedragen. Het telegram bestaat in
principe uit het adres, de functie, de data en de overdrachtscontrole.
Busarchitectuur
In de versie Modbus RTU kunnen maximaal 32 deelnemers op een bus worden aangesloten. De
kabellengte van de getwiste tweedraadskabel mag maximaal 1200 m zijn. De bus moet aan beide
zijden met een afsluitweerstand van 120 Ohm op de laatste busdeelnemer worden afgesloten. De
weerstand is in de VEGAFLEX 86 al geïntegreerd en wordt via een schuifschakelaar geactiveerd/
gedeactiveerd.
Er bestaan in principe twee mogelijkheden, de sensoren aan te sluiten:
Bij toepassing met voldoende beschermingsklasse
5)
VEGAFLEX 86 • Modbus
4
III
10 Bijlage
73

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave