3
4
5
6
3 Ophangoog
4 Bedieningsknoppen
7.2 Buitensensor
7
7 Signaal-LED (knippert wanneer
gegevens naar het weerstation worden
verzonden)
7.3 Display
11 Weersverwachting
12 Radiokanaal buitensensor
13 Temperatuur, luchtvochtigheid en
trend "buiten"
14 Temperatuur, luchtvochtigheid en
trend "binnen"
15 Tijd, wekker
16 Datum
8 Bediening
De juiste plaatsing van het basisstation en de buitensensor is cruciaal voor de nauwkeurigheid
van de metingen.
Belangrijk:
Het weerstation en de buitensensor moeten op minimaal 1,5 - 2 m afstand van an-
dere elektrische apparaten worden geplaatst, omdat deze de radioverbinding kunnen
verstoren.
De buitensensor is conform IP54 beschermd tegen stof en spatwater. Dit betekent
dat u de buitensensor kunt installeren op een plaats waar de kans groot is dat het
gaat regenen.
Plaats het weerstation en de buitensensor niet in de buurt van grote metalen voorwer-
pen, dikke muren, metalen oppervlakken, enz. om het bereik te vergroten.
Vermijd het gebruik van andere elektrische apparaten die dezelfde radiofrequentie
gebruiken.
8.1
1. Open het batterijvak aan de achterkant van de buitensensor door het deksel van het bat-
terijvak (10) naar beneden te drukken.
2. Kies met de schuifschakelaar (9) het gewenste radiokanaal 1 t/m 3.
Opmerking:
Voor een buitensensor wordt aanbevolen kanaal 1 te selecteren en bij elke extra sensor
het kanaal te vergroten. Als er geen verbinding tot stand kan worden gebracht op een
kanaal of als het bereik beperkt is, kan het veranderen van kanaal helpen.
5 Batterijvakdeksel
6 Tafelstaander
8
9
10
8 Ophangoog
9 Schuifschakelaar radiokanaal
10 Batterijvakdeksel
11
13
14
15
3. Plaats twee batterijen van het type AA/mignon in het batterijvak. Houd rekening met de
juiste polariteit (plus/+ en min/-).
4. Sluit het deksel van het batterijvak (10) weer
8.2 Batterijen in het weerstation plaatsen
1. Open het deksel van het batterijvak (5) aan de achterkant van het weerstation en plaats 2
AAA/Micro-batterijen met de juiste polariteit (let op plus/+ en min/-).
2. Sluit het batterijvak weer.
3. Het display (1) van het weerstation toont kort alle displaysegmenten, er klinkt een korte
pieptoon en het weerstation schakelt over naar de weergavemodus.
4. Vervolgens gaat het weerstation op zoek naar de buitensensor.
Het zoeken naar sensoren duurt ongeveer 3 minuten. Beweeg het weerstation en de
buitensensor gedurende deze tijd niet en druk niet op een knop. Standaard wordt CH1
weergegeven. Zelfs als het CH2- of CH3-kanaal het signaal als eerste ontvangt, zal
het niet automatisch overschakelen naar het ontvangen kanaal.
Als er binnen deze tijd geen signaal wordt ontvangen, schakelt de verbindingsmodus uit.
8.3 Installatie van de buitensensor
De buitensensor kan via een opening (8) aan de achterkant aan een spijker, schroef of haak
aan de muur worden bevestigd.
Let op dat u tijdens het boren en vastschroeven geen kabels of leidingen be-
schadigt.
De gekozen plaats mag niet aan direct zonlicht blootgesteld worden, anders krijgt u incor-
recte meetwaarden. Hetzelfde geldt voor directe neerslag op de buitensensor.
8.4 Opstellen en monteren van het weerstation
Het weerstation kan via een opening (3) aan de achterzijde aan de muur worden gehangen,
bijvoorbeeld aan een haak, spijker of schroef.
Als alternatief kan het weerstation met behulp van de uitklapbare tafelstaander (6) op een
horizontale, stabiele en voldoende grote ondergrond worden opgesteld. Gebruik in geval van
kwetsbare meubeloppervlakken een geschikte onderlaag om krassporen te vermijden.
8.5 Selecteer het radiokanaal op het weerstation
Stel het gewenste radiokanaal voor de buitensensor op het weerstation in door op de knop +/
CH te drukken:
1x drukken:
Kanaal 1 (Aanduiding op het display: "CH1")
2x drukken:
Kanaal 2 (Aanduiding op het display: "CH2")
12
3x drukken:
Kanaal 3 (Aanduiding op het display: "CH3")
4x drukken:
Automatische cyclus (verandert het radiokanaal elke 10 seconden, als er extra
sensoren zijn aangeleerd).
Als de knop +/CH ongeveer 3 seconden wordt ingedrukt, worden alle gegevens van de
buitensensoren verwijderd en de ontvangst opnieuw gestart.
8.6 Toetstoon, tijd en datum instellen
Ga als volgt te werk om de instellingen aan te passen:
1. Om toegang te krijgen tot de instellingen, drukt u ongeveer 3 seconden op de knop "SET".
De instelmodus is geactiveerd. De eerste instelling schakelt de toetsgeluiden in of uit.
16
Op het display (1) knippert de actuele ingestelde waarde.
2. Druk op de knop "+/CH" of "-/°C/F" om de gewenste waarde te selecteren:
"ON": Toetsgeluiden aan
"OFF": Toetsgeluiden uit
3. Druk nogmaals op de knop "SET" om de selectie te bevestigen en naar het volgende
menu-item te gaan.
Als er gedurende 20 seconden geen knop wordt ingedrukt, wordt de instelmodus automa-
tisch verlaten. De reeds ingevoerde parameters worden opgeslagen.
4. Herhaal stap 2-3 voor de overige parameters. De volgende tabel bevat een overzicht van
alle parameters die kunnen worden aangepast in het instellingenmenu:
Parameter
Toetsgeluiden
Datum – Jaar
Datumweergave (positionering maand/dag)
Datum – Maand
Datum – Dag
Tijdformaat
Tijd – Uren
Tijd – Minuten
2
Mogelijke waarden
"ON": Toetsgeluiden aan
"OFF": Toetsgeluiden uit
Vanaf 2000
M/D of D/M
01 tot 12
01 tot 31
12 Hr: 12-uurs formaat
24 Hr: 24-uurs formaat
00 tot 23
00 tot 59