3.3) Stimulatieplekken voor NMT-monitoring
Voor de plaatsing van de elektrodes moet de kathode (zwarte elektrodeclip) zo dicht
mogelijk bij de beoogde zenuw worden geplaatst om de zenuw effectief te depolariseren.
De anode (rode elektrodeclip) moet verwijderd van de beoogde zenuw worden geplaatst.
Plaatsen voor anatomische stimulatie worden gekozen op basis van
•
Hun toegankelijkheid tijdens een operatie
•
De mogelijkheid om de neuromusculaire respons te observeren
•
De zenuw moet zich op gepaste afstand van de reagerende spier bevinden om
direct spierstimulatie te vermijden
Stimulatieplekken geschikt voor AMG
AMG: Anatomisch ideale stimulatieplekken
Beoogde zenuw
Beïnvloedde spier
Ellepijpzenuw
Adductor Pollicis spier
Posterieure scheenbeenzenuw Flexor Halluces Brevis spier Grote teen
Gezichtszenuw (jukspier tak) Orbicularis Oculi spier
Gezichtszenuw (tijdelijke tak) Corrugator Supercili spier
Stimulatieplekken geschikt voor EMG
EMG: Anatomisch ideale stimulatieplekken
Beoogde zenuw
Beïnvloedde spier
Ellepijpzenuw
Adductor Pollicis spier
18
Samentrekkende appendage
Duim
Ooglid
Wenkbrauw
Samentrekkende appendage
Duim