12. Alle spirometrienormen raden aan om dagelijks de nauwkeurigheid
van longfunctiemeetapparaten te controleren met een 3-l-spuit om te
valideren dat het instrument nauwkeurig meet. De Pneumotrac mag
nooit buiten de nauwkeurigheidslimieten vallen. De nauwkeurigheid
moet worden gecontroleerd na het reinigen of demonteren van
de spirometer om welke reden dan ook, na het aanpassen van de
kalibratie of als de flowkop of het apparaat is gevallen.
13. Onderhoud en reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door
de fabrikant of door een speciaal door Vitalograph erkende
onderhoudsmonteur.
14. Onderhoud mag niet worden uitgevoerd terwijl het apparaat door
een testpersoon wordt gebruikt.
15. Het gebruik van andere accessoires en kabels dan die door
Vitalograph voor deze apparatuur zijn gespecificeerd of geleverd,
kan leiden tot verhoogde elektromagnetische emissies of
verminderde elektromagnetische immuniteit van de Pneumotrac
en kan leiden tot verslechterde prestaties.
16. Niet-medische apparatuur moet buiten de omgeving van de
testpersoon worden gehouden, d.w.z. elk gebied waar opzettelijk
of onbedoeld contact kan ontstaan tussen de testpersoon
en onderdelen van het systeem of andere personen die een
onderdeel van het systeem aanraken.
17. Draagbare RF-communicatieapparatuur (inclusief randapparatuur
zoals antennekabels en externe antennes) mag niet binnen 30 cm
(12 inch) afstand van een onderdeel van de Pneumotrac worden
gebruikt, inclusief kabels die door Vitalograph zijn gespecificeerd.
Anders kan verslechtering van de prestaties van deze apparatuur
het gevolg zijn.
18. Het gebruik van deze apparatuur naast of gestapeld op andere
apparatuur moet worden vermeden, omdat dit kan leiden tot
onjuiste werking. Indien een dergelijk gebruik noodzakelijk is,
moeten deze apparatuur en de andere apparatuur in de gaten
worden gehouden om te controleren of ze normaal functioneren.
19. Het toegepaste onderdeel is de flowkop. Dit samen met
de BVF, zijn de contactpunten voor de testpersoon tijdens
een spirometriesessie. Er zijn geen nadelige effecten als de
testpersoon in aanraking komt met een onderdeel van het
Pneumotrac-apparaat.
Pagina
14
van 20
Een wereldleider in ademhalingsoplossingen
DT_0006 nummer 15