- Houdt u rekening met invloeden uit de omgeving.
Zet de machine niet aan regen bloot en voorkom
werkzaamheden in vochtige of natte omgeving
alsook in de buurt van brandbare vloeistoffen en
gassen.
- Draagt u de machine niet aan de kabel en trekt u de
steker niet aan de kabel uit het stopcontact.
- Let u erop, dat de kabel tegen olie en hitte is
beveiligd en niet over scherpe kanten wordt
getrokken.
- Voorkom scherpe knikken in de kabel. Wikkel vooral
bij het transport en het opslaan van de machine de
kabel niet om de machine heen.
- Werkzaamheden aan de elektrische delen van de
machine mogen enkel door een vakman worden
uitgevoerd.
- Bewaart u de machine op droge, afgesloten plekken
buiten de reikwijdte van kinderen op.
- Controleer de machine voor de inbedrijfstelling op
beschadigingen.
- Gebruik een transportwagen om de machine te
transporteren en op te bergen (best.-nr. 202110).
Zo vermijdt u letsels bijvoorbeeld door een vallende
machine.
Niet toegepast mogen worden:
- zaagbanden
met
gedeformeerd zijn.
- stompe zaagbanden wegens afspringen van de
bandzaagrol.
- zaagbanden van dikker dan 0,65 mm.
Instructies met betrekking tot het gebruik van
persoonlijke veiligheidsuitrustingen:
- Draag bij het werk altijd een gehoorbescherming.
- Draag bij het werk altijd een stofmasker.
Aanwijzingen met betrekking tot het bedrijf:
- Machine slechts uitgeschakeld aan het net
aansluiten.
- Zorgt u voor een vrije en antislip-zekere standplaats
met voldoende verlichting.
- Controleer of de zaagband goed gespannen is de
de beschermafdekkingen aangebracht zijn voordat
de zaag wordt ingeschakeld.
- Voor werktuigwissel, instelwerkzaamheden en voor
het verhelpen van storingen (hiertoe behoort ook
het verwijderen van vastgeklemde splinters) dient
scheuren
en
zulke
de netstekker uit het stopcontact te worden
genomen.
- Bewerkt u geen werkstukken die voor het
prestatievermogen van de machine te klein of te
groot zijn.
- Borg indien mogelijk het werkstuk tegen wegglijden,
bijv. door lijmklemmen.
- Veiligheidsafdekkingen aan de machine alleen voor
de
werktuigwissel
werkzaamheden zonder veiligheidsafdekkingen!
- Begin met het snijden van het werkstuk pas,
wanneer het zaagband zijn vol toerental heeft
bereikt.
- Controleer het werkstuk op vreemde voorwerpen.
Niet in metalen onderdelen, bv nagels zagen.
- Bij het zagen moet de aansluitkabel altijd naar
achteren van de machine weg leiden (afb. 6).
- Past u de aanvoer bij het zagen van de
materiaaldikte aan. Een te vlug voorschuiven leidt
tot overbelasting van de motor, tot onzuivere
zaagsneden en tot een sneller afstompen van het
zaagband.
- Grijp gedurende het snijden nooit voor resp. onder
het werkstuk (gevaar van verwondingen!).
- Het
zaagband
tegendrukken worden geremd.
die
- Verwijder de machine pas dan van het werkstuk,
wanneer het zaagband tot stilstand is gekomen.
- Nooit bij draaiende machine aan de spanenuitgooi
of in het zaagband grijpen.
- Gebruik alleen zaagbanden met de in deze
gebruiksaanwijzing vermelde gegevens.
- Grijp tijdens het bedrijf van de machine niet onder
het werkstuk.
- Houd de zone onder het werkstuk vrij van
hindernissen. Houd daarbij rekening met het
zwenkbereik van de machine.
- Let er voor het zaagproces op dat er zich geen
personen of voorwerpen in de buurt van de zaag
bevinden.
- Let als operator bij tweemanbedrijf op het tweede
persoon. Onderbreek het zaagproces bij verkeerd
gedrag.
- Let als tweede persoon altijd op de hoofdoperator.
Verlaat het intrekbereik van de zaag als de
hoofdoperator verkeerd gedrag vertoont. Trek de
netstekker uit.
-44-
verwijderen.
mag
niet
door
zijdelings
Geen