Inhoudsopgave
Advertenties
Het apparaat draadloos (Wi-Fi) verbinden
Als u het apparaat met een draadloze (Wi-Fi) verbinding wilt gebruiken, raden we aan eerst de draadloze (Wi-Fi) instellingen van het apparaat in
te stellen, en vervolgens het printerstuurprogramma te installeren.
Eenvoudige installatie via de Wi-Fi-installatiewizard
U kunt de draadloze (Wi-Fi) instellingen voor dit apparaat ook via het
bedieningspaneel van het apparaat configureren.
Het volgende item is nodig om een draadloze (Wi-Fi) verbin-
ding in te stellen.
● Router (toegangspunt)
De SSID en coderingssleutel controleren
De SSID en de coderingssleutel voor de router (toegangspunt) staan
mogelijk vermeld op een sticker op de router (toegangspunt). Voor
meer informatie over de SSID en coderingssleutel, zie de handleiding
van de router (toegangspunt).
Controleer de SSID en de coderingssleutel en noteer ze in de blanco
ruimte hieronder.
SSID:
Coderingssleutel:
Instellingen configureren via het bedieningspaneel
● De Ethernet-kabel mag niet op het apparaat aangesloten zijn.
™
SP 330SFN/3710SF
1.
Controleer of de router (toegangspunt) correct functioneert.
2.
Controleer of de draadloze LAN-adapter met het apparaat
verbonden is en of de draadloze (Wi-Fi) verbinding
ingeschakeld is.
Voor meer informatie, zie pagina 11 "De draadloze LAN-
adapter bevestigen".
3.
Druk op het pictogram voor draadloos (Wi-Fi).
12
SSID
:XXXXXXXXXXX
Coderingssleutel
:XXXXXXXXXXX
DSG099
DYG155
4.
Als er wordt gevraagd een wachtwoord in te voeren, voer dan
het wachtwoord in met de cijfertoetsen en druk op [OK].
U kunt een wachtwoord opgeven voor toegang tot het menu
[Netwerkinstellingen] in [Vergr. beh.toepass.] onder het menu
[Beheerderstoepass.].
5.
Druk op [Netwerkwizard].
6.
Druk op [Draadloos (Wi-Fi)].
7.
Druk op de SSID van de router (toegangspunt) uit de lijst met
gevonden SSID's.
8.
Voer de coderingssleutel met de cijfertoetsen in en druk
vervolgens op [Verb.].
• Voor het wachtwoord kunt u 8 tot 63 ASCII-tekens (0x20-0x7e) of 64
hexadecimale tekens (0-9, A-F, a-f) gebruiken.
• Voor meer informatie over het controleren van de coderingssleutel, zie
"De SSID en coderingssleutel controleren".
9.
Controleer het resultaat.
De verbinding is tot stand gebracht:
"Verbonden met het toegangspunt." wordt weergegeven.
De verbinding is niet tot stand gebracht:
"Verbinden mt toegangspunt is mislukt." wordt weergegeven.
Controleer de configuratie van de router (toegangspunt) en probeer de
verbinding opnieuw tot stand te brengen.
10. Druk op [OK].
11. Druk op [Afsl.].
12. Selecteer of het menu [Netwerkwizard] wel of niet wordt
weergegeven wanneer u het apparaat aanzet.
13. De configuratie van de draadloze (Wi-Fi) instellingen is
voltooid.
14. Om het printerstuurprogramma te gebruiken, installeert u
het printerstuurprogramma volgens de procedure op pagina
17 "Eenvoudige installatie via de cd-rom" en selecteert
u "Het IP-adres van het apparaat is al geconfigureerd." in
stap 6.
™
SP 330SN
1.
Controleer of de router (toegangspunt) correct functioneert.
2.
Controleer of de draadloze LAN-adapter met het apparaat
verbonden is en of de draadloze (Wi-Fi) verbinding
ingeschakeld is.
Voor meer informatie, zie pagina 11 "De draadloze LAN-
adapter bevestigen".
3.
Druk op de knop [Gebruikersinst.].
4.
Druk op de knop [ ] of [ ] en selecteer [Netwerkwizard].
Druk vervolgens op [OK].
Windows
DYG198
Advertenties
Inhoudsopgave
