7.
U kunt de standaardinstellingen met één druk op een
knop herstellen.
Het tabblad Afbeelding
1
2
3
4
1.
Bij Rasteren wordt een tussenliggende grijsschaal
geproduceerd door het bijstellen van de combinatie van
punten tijdens het afdrukken. Wanneer u een instelling
selecteert, bepaalt u de mate van detail waarmee een
afbeelding wordt afgedrukt. Met Net bepaalt u dat een
scherm met punten wordt gebruikt voor rasteren terwijl u
bij Zeer fijn bepaalt dat een reeks lijnen voor Rasteren
wordt gebruikt.
2.
Selecteer de rastertextuur door de puntgrootte voor het
halftoonscherm in te stellen.
3.
Stel deze functie in om grijsschaaleffecten in het zwart
zonder rastering af te drukken. Schakel het selectievakje
in om afdrukken in grijswaarden uit te schakelen, of
schakel het selectievakje uit om afdrukken in
grijswaarden in te schakelen.
4.
U kunt de helderheid met de hand regelen (hoe hoger de
instelling des te helderder de afdruk) en het contrast
B4400, B4400L/B4600, B4600L Gebruikershandleiding – Werking > 63
5