Inhoudsopgave
Advertenties
Het oplossen van problemen
Probleem
U kunt geen opname
maken.
De opname stopt
vanzelf.
Het opgenomen object
is te donker.
Het opgenomen object
is te helder.
De digitale zoom werkt
niet.
De camera stelt niet
automatisch scherp.
De kleur ziet er raar uit.
(te blauw, te rood, enz.)
Het lukt niet de
witbalans in te stellen.
De opnamesnelheid
van doorlopende
opnamen (foto's) is
laag.
Op de LCD-scherm
verschijnt een heldere
lichtstreep.
0
•
SD kaart is vol. Verwijder onnodige files of vervang de SD kaart.
•
Steek een in de handel verkrijgbare SD-kaart in en zet zowel
[VIDEOSLOT SELECTEREN] als [BEELDSLOT SELECTEREN]
op [SLOT A] op [SLOT B].
•
De opname stops automatisch na 12 uur ononderbroken opnemen.
Voor ononderbroken opnemen, moet u de [AUTO OMSCH. OPN.
MED.] op [AAN] zetten, alvorens met opnemen te beginnen.
(Z blz. 56)
•
Gebruik tegenlichtcompensatie.
•
Zet [OPHELDEREN] op [AGC] of [AUTO].
•
Gebruik [NACHT ] uit scene select.
•
Zet de helderheid naar de [+] kant.
•
Zet de compensatie voor het achtergrondlicht, indien het in gebruik
is, op [UIT].
•
Zet de helderheid naar de [+] kant.
•
De digitale zoom werkt niet.Wissel [ZOOMEN] naar
[70X/DIGITAAL] of [800X/DIGITAAL].
•
In de stand voor het opnemen van stilstaande beelden (foto's) kunt
u niet beschikken over digitale zoom.
•
Veeg de lens schoon met een lensreinigingsdoekje.
•
Indien u op een donkere plaats opneemt, of een object, dat geen
contrast heeft tussen donker en licht, pas de focus dan handmatig
aan.
•
Stel [WB] in [HANDMATIGE INST.] navenant de lichtbron in.
•
Kies [HANDM MWB] in [WB] terwijl u een wit blad papier voor de
camcorder houdt, zodat het witte papier het beeldscherm vult.
Houd OK ingedrukt, totdat de B indicator verschijnt.
•
Dit kan niet toegepast worden, indien [SEPIA] of [ZWARTWIT] als
effecten gekozen zijn.
•
Gebruik [SCHEMERLICHT] uit scene select niet.
•
De snelheid voor het schieten van serieopnames vermindert, nadat
ononderbroken meerdere foto's werden geschoten.
•
De snelheid voor het schieten van serieopnames kan
verminderen, navenant het opnamemedium of onder bepaalde
opnameomstandigheden.
•
Dit komt voor, wanneer een heldere lichtbron in de buurt van de
camcorder is. Dit is geen storing. Verander de richting van de
camera, om te vermijden dat de lichtbron op de lens valt.
(Vervolg)
Handeling
Advertenties
Inhoudsopgave
