10.3 CONSTANTE DOORSTROMING VAN DE
ADEMHALINGSAUTOMAAT VAN HET GELAATSTUK
De volgende procedure wordt geadviseerd wanneer lucht ongehinderd het masker binnenstroomt.
1. Ga door met ademen.
2. Breek de duikactie af en ga terug naar het wateroppervlak.
3. Zie hoofdstuk 10.5 „Luchtverlies", als u continu lucht verliest.
Breek in elk geval de duikactie af en los de situatie op.
10.4 CONSANTE DOORSTROMING VAN DE
ADEMHALINGSAUTOMAAT VAN DE OCTOPUS
De volgende procedure wordt geadviseerd wanneer de ademhalingsautomaat van de octopus constante
doorstroming geeft.
1. Ga door met ademen.
2. Breek de duikactie af en ga terug naar het wateroppervlak.
3. Zie hoofdstuk 10.5 „Luchtverlies", als u continu lucht verliest.
Breek in elk geval de duikactie af en los de situatie op.
10.5 LUCHTVERLIES
De volgende procedure wordt geadviseerd als u lucht verliest.
1. Controleer de manometer.
2. Activeer de pal van het reserveventiel of van het bailoutventiel.
3. Breek de duikactie af en ga terug naar het wateroppervlak.
4. Controleer of de flesafsluiter volledig geopend is.
5. Als u nog steeds lucht verliest, gebruik dan de octopus van uw duikpartner indien deze beschikbaar
is.
6. Probeer uw eigen octopus te gebruiken als de octopus van uw duikpartner niet beschikbaar is.
Breek in elk geval de duikactie af en los de situatie op.
53