11. Bediening en
onderhoud
Wanneer de installateur uw nieuwe warmtepomp heeft geïnstalleerd,
moet u samen met de installateur controleren of het systeem in perfecte
bedrijfsomstandigheden verkeert. Laat de installateur u aanwijzen waar de
schakelaars, bedieningsorganen en zekeringen zitten zodat u weet hoe
het systeem werkt en hoe het moet worden onderhouden. Ontlucht de
verwarmingskringen na ongeveer drie dagen werking en vul bij met water als
dat nodig is.
Ontlucht-/veiligheidsklep boiler en verwarmingskring
Controleer ongeveer vier maal per jaar of de schakelaar correct werkt door
de knop met de hand om te draaien. Controleer of er water en geen lucht uit
de afvoerbuis komt; indien er lucht uit komt moet de tank opnieuw ontlucht
worden.
Mengkraan (accessoire)
Mengklep (Y2) wordt automatisch geregeld door het besturingssysteem,
zodat de verwarmingen de juiste temperatuur bereiken, ongeacht het
seizoen. Wanneer er echter een storing optreedt, kunt u de klep bedienen
door de knop op de motor uit te trekken en rechtsom te draaien om
de temperatuur te verlagen of linksom te draaien om de temperatuur te
verhogen.
De tank leegmaken
De warmtepomp moet van de voedingsbron worden afgekoppeld wanneer
hij wordt leeggemaakt. De aftapkraan zit linksonderin de eenheid gezien
vanaf de voorkant, achter het voorpaneel van de warmtepomp. Wanneer het
hele systeem wordt leeggemaakt, moet de mengkraan helemaal open staan,
d.w.z. zo ver mogelijk linksom gedraaid. Er moet lucht naar het gesloten
systeem worden toegevoerd.
Bedrijfsstop
De warmtepomp wordt afgesloten met de bedieningsschakelaar. Als er
kans is dat het water kan bevriezen, moet al het water uit de warmtepomp
en de verwarmingskring worden gehaald. Het SWW-circuit, dat ongeveer
vijf liter bevat, wordt geleegd door een slang in de onderkant van de
koudwateraansluiting aan te brengen en het leeg te hevelen.
70
CTC GSi
verhogen
verlagen
i
Vergeet niet om
de mengklep (Y2)
terug te zetten op
de automatische
modus.