Verwarming mode
Wisselen tussen verwarmingsseizoen en zomermodus
kan automatisch gebeuren (Auto) of er kan hier een
keuze worden gemaakt om de verwarming Aan of Uit te
zetten.
Auto = de omschakeling tussen verwarmingsseizoen
( Aan ) en zomermodus ( Uit ) gebeurt automatisch.
On = Ononderbroken verwarmingsseizoen met
constante verwarmingsstroom.
Uit (zomermodus) = er is geen waarschuwing. Stroom
door de verwarmingen houdt op.
In het onderstaande menu ( Verwarming uit, buiten
°C ) wordt de buitentemperatuur ingesteld die
de grenswaarde is voor het wisselen tussen het
verwarmingsseizoen en zomermodus.
Verwarmingsmodus, ext
Het schakelen tussen verwarming en zomermodus kan
op afstand worden bediend. Lees meer in het gedeelte
"Definieer
afstandsbediening".
Verwarming uit, buiten
Buitentemperatuurlimiet waarbij het huis geen
verwarming meer nodig heeft. De verwarmingspomp
stopt. Verwarmingspomp (G1/G2) wordt dagelijks kort
ingeschakeld om de kans op vastlopen te verminderen.
Het systeem start automatisch opnieuw wanneer er
verwarming nodig is.
Warmte uit, tijd
Vertragingstijd voordat de stroom in de verwarmingen
ophoudt nadat de buitentemperatuur de in het
bovenstaande menu ingestelde waarde bereikt heeft.
Helling (standaardinstelling)
Helling betekent de temperatuur die uw huis nodig
heeft bij verschillende buitentemperaturen. Zie
meer gedetailleerde informatie in het gedeelte "De
verwarmingsinstellingen van uw huis". De ingestelde
waarde komt overeen met de temperatuur van de
verwarmingen wanneer de buitentemperatuur -15 °C is.
Na deze standaardinstelling vindt de fijnafstelling plaats
in het menu "Kamertemperatuur".
Aanpassing helling
De helling-aanpassing betekent dat de algemene
temperatuur kan worden verhoogd of verlaagd bij alle
buitentemperaturen. Na deze standaardinstelling vindt
de fijnafstelling plaats in het menu "Kamertemperatuur".
Auto/Aan/Uit
--/Auto/Aan/Uit
18 (2—30)
120 (30—240)
Bijvoorbeeld:
Helling 50 betekent dat de temperatuur naar de
verwarmingen 50°C is wanneer de buitentemperatuur
50 (25—85)
-15 °C is, indien de helling-aanpassing ingesteld staat
op 0. Als de helling-aanpassing is ingesteld op +5, zal
de temperatuur 55°C zijn. Bij alle buitentemperaturen
wordt de helling met 5 °C verhoogd, d.w.z. de helling
wordt parallel opgeschoven met 5 °C.
0 (-20—20)
87
CTC GSi