14.2 Alarmmeldingen
Alarm: [E055] Verkeerde fasevolgorde
Alarm resetten
Als er een storing optreedt, bijv. aan een voeler, wordt er een alarm veroorzaakt. Er verschijnt een
bericht op het scherm met informatie over de storing.
U reset het alarm door op de toets Reset alarm op het scherm te drukken. Als er verschillende alarmen
optreden, worden ze na elkaar weergegeven. Een aanhoudende fout moet eerst worden verholpen
voordat het alarm kan worden gereset. Sommige alarmen worden automatisch gereset als de storing
ophoudt.
Alarmmeldingen
[E010] Compressortype?
[E013] EVO uit
[E024] Zekering gesprongen
[E026] Warmtepomp
[E027] Communicatie alarm
WP
[E063] Comm. fout relaiskaart
[E063] Comm. fout
motorbeveil.
[E086] Comm. fout uitbreid.
kaart
[E035] Hogedrukschakelaar
[E040] Laag debiet
captatievloeistof
[E041] Lage temp.
captatievloeistof
[E044] Stop, hoge compr.
temp.
[E045] Stop, lage verdamping
[E046] Stop, hoge verdamping
Beschrijving
Dit bericht verschijnt als er geen informatie over het type compressor
beschikbaar is.
Dit bericht verschijnt wanneer er een storing is in de besturing van het
expansieventiel.
Dit bericht verschijnt wanneer de zekering (F1, F2) is gesprongen.
Dit bericht verschijnt als de warmtepomp in de alarmmodus staat.
Dit bericht verschijnt wanneer de videokaart (A1) niet kan communiceren met
de WP-besturingskaart (A5).
Dit bericht verschijnt wanneer de videokaart (A1) niet kan communiceren met
de relaiskaart (A2).
Dit bericht verschijnt wanneer de WP-besturingskaart (A5) niet kan
communiceren met de motorbeveiliging (A4).
Dit bericht verschijnt wanneer de videokaart (A1) niet kan communiceren met
de CTC-Zonnebesturing/Uitbreidingskaart (A3).
De hogedrukschakelaar van het koudemiddel is ingeschakeld. Druk op reset
en controleer of het alarm weer optreedt. Als de storing opnieuw optreedt,
neem dan contact op met uw installateur.
Een laag captatiedebiet wordt vaak veroorzaakt door lucht in het
collectorsysteem, met name direct na de installatie. Te lange collectoren
kunnen ook een oorzaak zijn. Druk op reset en controleer of het alarm weer
optreedt. Controleer ook het captatiepompfilter dat is geïnstalleerd.
Als de storing opnieuw optreedt, neem dan contact op met uw installateur.
Inkomende temperaturen captatievloeistof uit boorgat-/grondlus zijn te
laag. Druk op reset en controleer of het alarm weer optreedt. Als de storing
opnieuw optreedt, neemt u contact op met uw installateur om de positionering
van de koude zijde te controleren.
Dit bericht verschijnt wanneer de compressortemperatuur hoog is.
Druk op reset en controleer of het alarm weer optreedt. Als de storing
opnieuw optreedt, neem dan contact op met uw installateur.
Dit bericht verschijnt wanneer de verdampingstemperatuur laag is.
Druk op reset en controleer of het alarm weer optreedt. Als de storing
opnieuw optreedt, neem dan contact op met uw installateur.
Dit bericht verschijnt wanneer de verdampingstemperatuur hoog is.
Druk op reset en controleer of het alarm weer optreedt. Als de storing
opnieuw optreedt, neem dan contact op met uw installateur.
CTC GSi
127