Hoofdstuk 8: Onderhoud en probleemoplossing
De hartslag is
onregelmatig,
intermitterend of
onjuist.
SpO2 waarde
is
onregelmatig, met
tussenpozen,
of onjuist.
Geen PR en SpO
waarden.
Batterij abnormaal
De oximeter gaat
niet aan.
De oximeter
schakelt
onverwacht uit.
8-4
-Sensor verkeerd geplaatst.
-Beweging van de patiënt
-Slechte perfusie van de
patiënt.
-Beweging van de patiënt.
- Defecte sensor,
2
patiëntkabel of monitor.
-batterijen verkeerd
geïnstalleerd.
-Er zijn geen batterijen.
-Zwakke batterijen.
-batterijen niet of verkeerd
geplaatst.
-De batterijen zijn zwak of
leeg.
-Plaats de sensor opnieuw.
-De patiënt moet stil blijven
liggen om een nauwkeurige
meting te verkrijgen.
-Plaats de sensor opnieuw.
-De patiënt moet stil blijven
liggen om een nauwkeurige
meting te verkrijgen.
-Probeer een nieuwe sensor
of neem contact op met uw
erkende reparatiecentrum
voor hulp.
- Plaats de batterijen op de
juiste manier.
-uitrusten met oximeter met
batterijen.
-Vervang de batterijen.
-Zorg ervoor dat de batterijen
correct zijn geïnstalleerd.
-Vervang de batterijen.
Bedieningshandleiding voor handmatige pulsoxymeter