Plaats de sensor op de voet of hand. Maak de wikkel (ongeveer 20 mm lang) vast
voor de juiste positie van de sensor zoals getoond in Figuur 4-6. Maak de wikkel
niet te strak vast omdat dit de bloedstroom kan beïnvloeden.
4.4.3 De sensor en oxymetriekabel controleren
Volg deze instructies elke keer voordat u de sensor op de patiënt bevestigt. Dit
zorgt ervoor dat de sensor en de oximetriekabel goed werken.
WAARSCHUWING!
kan leiden tot onnauwkeurige meetwaarden. Inspecteer elke
sensor/kabel. Als een sensor/kabel beschadigd lijkt, gebruik
hem dan niet. Gebruik een andere sensor/kabel of neem
contact op met uw erkend reparatiecentrum voor hulp.
1. Inspecteer de sensor zorgvuldig om er zeker van te zijn dat hij niet beschadigd is.
2. Als u de oxymetriekabel gebruikt, controleer dan zorgvuldig of de kabel niet
beschadigd is.
3. Bij gebruik van de oximetriekabel:
a. Als de sensor nog niet op de oxymetriekabel is aangesloten, sluit u de sensor
aan op de oxymetriekabel. Duw de connectors stevig in elkaar en sluit de
vergrendeling om de connectors vast te zetten.
b. Sluit de oximetriekabel aan op de monitor als deze nog niet aangesloten is.
Duw de connector stevig in de monitor.
Handheld Pulsoxymeter Bedieningshandleiding
Afbeelding 4.5 Neonaat SpO2 Sensor plaatsen
Afbeelding 4.6 Neonaat SpO2 Sensor plaatsen
Het gebruik van een beschadigde sensor/kabel
Hoofdstuk 4: Bedieningsinstructies
4-5