Hoofdstuk 4: Bedieningsinstructies
4. Sluit de sensor aan op de monitor als u de oxymetriekabel niet gebruikt. Duw de
connector stevig in de monitor.
5. Als de monitor nog niet aan staat, druk dan op de Aan/Uit-toets om de monitor
aan te zetten.
WAARSCHUWING!
de integriteitscontroles mislukt. Gebruik een andere sensor
of oximetriekabel of neem indien nodig contact op met de
leverancier van de apparatuur.
6. Controleer de integriteit van de sensor, de oximetriekabel en de oximeter als
volgt voordat de sensor op de patiënt wordt bevestigd:
a. Controleer of het rode lampje in de sensor brandt.
OPMERKING! Obstructies of vuil op het rode lampje of de detector van
de sensor kunnen ervoor zorgen dat de controles mislukken.
Zorg ervoor dat er geen obstructies zijn en dat de sensor schoon
is.
7. U bent nu klaar om de sensor op de patiënt te bevestigen.
4.4.4 De sensoren reinigen of desinfecteren
Reinig of desinfecteer herbruikbare sensoren voordat u ze bij een nieuwe patiënt
aanbrengt.
WAARSCHUWING!
steriliseren of onderdompelen in vloeistof.
Wees voorzichtig!
reinigt of desinfecteert.
Reinig de sensor met een zachte doek die is bevochtigd met water of een milde
zeepoplossing. Om de sensor te desinfecteren, veeg je hem af met
isopropylalcohol.
4.5 Prestatieoverwegingen
WAARSCHUWING! Pulsoxymetriemetingen en pulssignalen kunnen
worden beïnvloed door bepaalde omgevingscondities, fouten bij
het aanbrengen van de sensor en bepaalde patiëntcondities.
4-6
Probeer de patiënt niet te monitoren als een van
De sensoren niet autoclaveren, ethyleenoxide
Koppel de sensor los van de monitor voordat u deze
Bedieningshandleiding handmatige pulsoxymeter