5.2.4
Veerkabeltrommel
Controle:
• Veerkabeltrommel controleren op vervormingen, scheuren en soepel
draaien.
Leiding ca. 2 - 3 m afrollen en voorzichtig door de veerkabeltrommel
De veerkabeltrommel moet de leiding zonder storing en soepel
oprollen.
• Controleren hoe de sleepleiding op de veerkabeltrommel is opgerold.
Bij aan één kant opgerolde leiding:
sleepleiding tot de gelijkmatig opgerolde leiding afrollen.
Bij het afrollen moeten er minstens twee wikkelingen van de
sleepleiding op de veerkabeltrommel blijven zitten.
Vervolgens weer voorzichtig en gelijkmatig de sleepleiding door de
5.2.5
Liftkooitoegang
Controle:
• Slagboom/slagboomvergrendeling, scharnieren, gewrichten en
laadklep controleren op beschadigingen (scheuren, vervormingen)
en volledigheid.
Bedrijfshandleiding
laten oprollen.
veerkabeltrommel laten oprollen.
48 / 64
BL081 NL uitgave 01.2018