De filterklok kunt u samen met de motoreenheid demonteren.
Benaming
1
O-ring filterklok
2
Filterklok
8. Draai de filterklok eraf.
a Let erop dat de motoreenheid met de microschakelaar
niet wordt beschadigd.
9. Controleer de O-ringen en platte pakkingen op slijtage.
10. Controleer of de terugspoelklep soepel loopt en niet
beschadigd is.
11. Controleer het filterelement op beschadigingen en
afzettingen.
12. Vervang versleten componenten (zie hoofdstuk 8.6).
13. Monteer het filter en neem de installatie weer in gebruik (zie
hoofdstuk 6).
Benaming
3
Filterelement
4
Terugspoelklep incl. pakking
Onderhoud
57 | 72