Aantekening
Zet de flits niet te dicht bij objecten en sluit de flits niet als hij moet werken. De kleur van
•
de objecten kan vervormd worden door de hitte of het flitslicht.
Sluit de flits niet meteen weer aan nadat deze gewerkt heeft omdat er opnamen gemaakt zijn
•
met AUTO/Rode-ogenreductie enz. Dit veroorzaakt problemen.
Als u een opname maakt buiten het bereik van de flits, kan het object verkeerd belicht zijn en
•
de opname te donker of te licht zijn.
Wanneer de flits opgeladen wordt, knippert de flitsicoon in het rood en kunt u geen beeld
•
maken zelfs waneer u de ontspanknop helemaal indrukt. Wanneer [AUTO LCD UIT] ingesteld
is, haat de LCD-monitor uit en gaat de stroomlamp branden.
De witbalans kan eventueel niet goed worden gecorrigeerd als de flits niet sterk genoeg is voor
•
het onderwerp.
Wanneer de sluitertijd snel is, zou het flitseffect niet voldoende kunnen zijn.
•
Als u een opname met flitslicht maakt, raden wij aan de lensbescherming weg te nemen.
•
In sommige gevallen belet deze bescherming een juiste belichting.
Het kan even duren om de flits op te laden als u opnieuw een opname wil maken. Maak de
•
opname nadat de toegangsaanduiding is verdwenen.
Het effect van de rode-ogenreductie verschilt van mens tot mens. Als de persoon bovendien
•
ver van de camera stond of niet naar de eerste flits keek, kan dit effect ook minder evident zijn.
Flits is vastgesteld op [Œ] wanneer de [CONVERSIE]
•
Gevorderd (Opname van beelden)
- 71 -
(P138)
ingesteld is op [ ] of [
].
C