[OPNAME] functie:
Basiskennis
Beelden maken m.b.v. de automatische functie
(Intelligente Automatische Functie)
Alle instellingen van de camera worden aangepast aan het onderwerp en de
opnamecondities. Wij raden deze manier van opnemen dus aan voor beginners of als u de
instellingen wenst over te laten aan de camera om gemakkelijker opnamen te maken.
De volgende functies worden automatisch geactiveerd.
•
Scènedetectie/[STABILISATIE]/[SLIMME ISO]/Gezichtsdetectie/[QUICK AF]/
–
[I. EXPOSURE] (Intelligente Belichting)/Digitale Rode-ogencorrectie/Achterlichtcompensatie
De stroomlamp 3 brandt wanneer u dit apparaat
•
aan 2 zet. (Deze gaat uit na ongeveer 1 seconde.)
(1: Ontspanknop)
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar naar [!].
Stel de functieknop in op [ñ].
Dit toestel voorzichtig vasthouden met beide
handen, armen stil houden en uw benen een
beetje spreiden.
A AF assistentielamp
ñ
Basiskennis
OFF ON
- 43 -