Functieschakeling
De [OPNAME] Functie Selecteren
Wanneer de [OPNAME] functie geselecteerd is, kan het toestel ingesteld worden op de
Intelligente automatische functie waarin de optimale instellingen vastgesteld worden in
overeenkomst met het onderwerp dat opgenomen moet worden en met de
opnameomstandigheden of op de scènefunctie die u in staat stelt beelden te maken die
overeenkomen met de scène die opgenomen wordt.
Zet het toestel aan.
A [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!].
De functie schakelen door de
functieknop te draaien.
Lijn een gewenste functie uit met deel B.
Draai de functieknop langzaam maar zeker om elke functie af te stellen. (
•
functieknop draait 360
Het scherm
gedraaid wordt.
o)
wordt afgebeeld op de LCD-monitor/Zoeker wanneer de functieknop
C
Voorbereiding
- 40 -
OFF ON
De