FCC-kennisgeving voor gebruikers
De volgende bepalingen zijn van toepassing op alle producten
FCC-kennisgeving voor gebruikers
waarvoor FCC-goedkeuring is ontvangen. Deze producten zijn
herkenbaar aan het FCC-logo en/of een FCC-id in de notatie
FCC-id:xxxxxx op het productlabel.
Motorola staat niet toe dat gebruikers wijzigingen of aanpassingen aanbrengen aan
dit apparaat. Wijzigingen of aanpassingen kunnen van invloed zijn op het recht
van de gebruiker om dit apparaat te gebruiken. Zie 47 CFR sec. 15.21.
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regelgeving. De werking moet
voldoen aan de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen
schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) dit apparaat moet eventuele
binnenkomende interferentie verdragen, inclusief interferentie die kan leiden
tot ongewenst functioneren. Zie 47 CFR sec. 15.19(3).
Als uw mobiele apparaat of accessoire is voorzien van een USB-connector, of
anderszins kan worden beschouwd als een randapparaat en kan worden aangesloten
op een computer met als doel het overbrengen van gegevens, wordt het beschouwd
als een apparaat uit Klasse B en is de volgende bepaling van toepassing:
Dit apparaat is getest en voldoet aan de limieten voor een digitaal apparaat uit
Klasse B, conform deel 15 van de FCC-regelgeving. Deze limieten zijn opgesteld
om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in een
woonomgeving. Dit apparaat genereert en gebruikt radiofrequente energie, en
kan deze uitstralen. Als het apparaat niet in overeenstemming met de instructies
wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan het schadelijke interferentie veroorzaken
met radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat er geen storing zal
optreden in een specifieke installatie. Als dit apparaat schadelijke interferentie
veroorzaakt met radio- of televisieontvangst (hetgeen men kan bepalen door het
apparaat uit en in te schakelen), kan de gebruiker proberen om de interferentie
te verhelpen door een of meer van de volgende maatregelen te treffen:
• Heroriënteer of verplaats de ontvangsantenne.
• Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvangstantenne.
• Sluit het apparaat aan op een stopcontact dat is aangesloten op een ander
circuit dan de antenne.
• Raadpleeg de dealer of een ervaren radio-/tv-installateur.
13