Zie
voor meer informatie over het selecteren van een scènemenu.
(P46)
Portretmodus
T
De achtergrond is wazig en de persoon
komt duidelijk uit met een gezonder
uiterlijk.
■ Techniek voor een effectief gebruik
van deze modus:
1 Draai de zoomhendel zo ver mogelijk
naar Tele.
2 Beweeg dicht naar het onderwerp.
•
Geschikt voor buitenopnamen overdag.
•
De ISO-gevoeligheid is ingesteld op [ISO100].
Zachte huidmodus
e
De camera herkent het gebied van het
gezicht of de huid om een vloeiender
uiterlijk te geven aan de huid dan in
de portretmodus. Gebruik deze modus
wanneer u portretten maakt vanaf de borst
omhoog.
■ Techniek voor een effectief gebruik
van deze modus:
1 Draai de zoomhendel zo ver mogelijk
naar Tele.
2 Beweeg dicht naar het onderwerp.
•
Geschikt voor opnamen overdag.
•
Andere huidkleurige elementen worden
ook verzacht.
•
Het effect kan bij te weinig licht onduidelijk zijn.
•
De ISO-gevoeligheid is ingesteld op [ISO100].
Zelfportretmodus
Om makkelijk zichzelf te fotograferen.
Techniek voor zelfportretmodus
■
•
Druk de ontspanner half in om scherp te
stellen. De zelfontspannerindicator licht
op wanneer op u scherp is gesteld. Houd
de camera stil en druk de ontspanner
volledig in om de foto te nemen.
Geavanceerd opnemen
•
Er is niet scherp gesteld op het onderwerp
wanneer de zelfontspannerindicator
knippert. Druk de ontspanner nogmaals
half in om scherp te stellen.
•
Het opgenomen beeld verschijnt automatisch
ter controle op het LCD-scherm (gedurende
10 seconden).
•
Als de foto vaag wordt bij een langzame
sluitertijd, raden we aan de zelfontspanner
van 2 seconden te gebruiken.
•
Het beschikbare scherpstelbereik is 30
cm tot 70 cm (Wide).
•
Wanneer u [ZELFPORTRET] selecteert,
wordt zoomvergroting automatisch
ingesteld op Wide.
•
De zelfontspanner kan maar worden
ingesteld op [UIT] of [2 SEC.]. Als
hij is ingesteld op 2 seconden, blijft
deze instelling tot de camera wordt
uitgeschakeld, de scènemodus
wordt gewijzigd of de camera in de
weergavemodus wordt gebracht.
•
De instelling van de AF-assistentielamp
is uitgeschakeld.
•
Optische beeldstabilisatie is vast ingesteld
op [STAND2].
V
Landschapsmodus
De camera stelt scherp op onderwerpen
ver weg om u een foto te laten nemen van
een wijds landschap.
Het scherpstelbereik is 5 m tot Z.
•
•
De flitserinsttelling is vastgesteld op
geforceerd UIT [v].
•
De instelling van de AF-assistentielamp
is uitgeschakeld.
•
U kunt de instelling voor witbalans niet
veranderen.
- -
(P43)