Scènemodus
Zet de opname/weergave-schakelaar op
[
].
(P18)
Wanneer u een scènemodus selecteert
die past bij het onderwerp en de
opnamesituatie, stelt de camera de
optimale belichting en kleur in om de
gewenste foto te verkrijgen.
•
Zie de pagina's
P47
informatie over de modi.
1
Druk op [MODE], selecteer
[SCENE] met e/r en druk op
[MENU/SET].
OPNAEFUNCTIE
INTELLIGENT
NORMALE FOTO
SCÈNE MODE
BEWEGEND BEELD
SELEC
•
Als u [SCÈNEMENU] in SETUP menu op
[UIT] zet, wordt de vorige scènemodus
ingesteld.
2
Druk op e/r/w/q om de
scenemodus te selecteren.
SCÈNE MODE
BABY 1
SELEC
•
Druk op r bij A om naar het volgende
menuscherm te schakelen.
•
U kunt vanaf elk menu schakelen
naar andere menuschermen door de
zoomhendel te draaien.
Geavanceerd opnemen
tot
52
voor
INST.
INST.
A
3
Druk op [MENU/SET].
•
Druk op [MENU/SET] en voer de
stappen, 2 en 3 uit om de scènemodus te
veranderen.
■ Scenemodus help [
•
Om uitleg over de scènemodi te
zien drukt u op [DISPLAY] als een
scènemodus is geselecteerd in stap 2.
Druk opnieuw om naar het scènemodus
scherm te gaan.
INFORMATIE
BABY1
Voor foto's van baby's.
De leefijd kan
weergegeven worden
als de geboortedatum ingesteld
wordt.
ANNUL
•
Zie
P41
voor de sluitertijd.
•
De fabrieksinstellingen van de flitser
worden hersteld wanneer u de
scènemodus verandert, ook al wordt de
camera uitgeschakeld.
•
De kleur van de foto kan er vreemd
uitzien als u een scènemodus gebruikt
die ongeschikt is voor de opname.
•
Als u op [MENU/SET] drukt om het
menuscherm te laten verschijnen,
verschijnt het [SCN] menu. U kunt het
opnamemenu [
instellen met r op dit scherm.
•
De volgende functies kunnen niet worden
ingesteld in de scènemodus.
–
[SLIMME ISO]
–
[GEVOELIGHEID]
–
[KLEURFUNCTIE]
- -
INFORMATIE]
INST.
] of setupmenu [ ]