•
Als u op de ontspanner drukt, is het mogelijk
dat het scherm even oplicht of verduistert. Deze
functie vergemakkelijkt het scherpstellen en is
niet van invloed op de opname.
•
Zorg dat u de camera niet beweegt op het
moment dat u de ontspanknop indrukt.
•
Dek de fotoflitser of de AF-
assistentielamp niet af met uw vinger of
andere voorwerpen.
•
Raak de lens niet aan.
•
U kunt de volgende functies niet
gebruiken.
–
Belichtingscompensatie
–
Auto bracket
–
DIG. ZOOM
■ Flitser
(P39)
U kunt de flitser instellen op AUTO
], RODE-OGENREDUCTIE
[
r
] of GEDWONGEN UIT [
[
s
■ Tegenlichtcompensatie
(alleen slimme modus [
Druk op e ter compensatie van tegenlicht
dat het onderwerp donker doet lijken.
(Druk nogmaals om te annuleren.)
Dit pictogram verschijnt
als u de backlight-
compensatie gebruikt.
Standaardinstellingen van slimme
■
modus [
] (vast)
Kwaliteit: Fine (bij beeldformaat 0,3 M: Standard)
WITBALANS: AWB
GEVOELIGHEID: Slimme ISO
AF MODE: 5-zone scherpstellen
QUICK AF: ON
AF ASS. LAMP: ON
BATT. BESP.: 5 MIN.
ZELFPORTRET: Alleen [UIT] of [10SEC.]
is selecteerbaar.
]
v
] )
CONTRAL.
Basis
Wijzig de instelling
■
Druk op [MENU/SET] om het volgende
opnamemenu, setup menu in te stellen.
Raadpleeg de betreffende pagina voor
meer informatie over elke modus.
Menu
OPNAME
menu
SETUP menu
Ú De beschikbare instellingen verschillen
van de andere opnamemodi.
•
De instellingen voor bovenvermeld
opnamemenu (behalve
[BURSTFUNCTIE]) gelden alleen voor
de slimme modus [
van SETUP menu gelden voor alle modi.
Snelinstelling
■
Met [Q.MENU] en de cursortoets kunnen
makkelijk de volgende instellingen worden
verricht.
STABILISATIE
BURSTFUNCTIE
FOTO RES.
(P60)
LCD mode
(P38)
SELECT
Zie
P59
voor meer informatie over
snelinstelling.
- -
Instellingen
FOTO RES.
(P60)
Ú
ASPECTRATIO
(P61)
BURSTFUNCTIE
(P65)
KLEURFUNCTIE
Ú
STABILISATIE
(P66)
Ú
BATT.TYPE
(P21)
KLOKINST.
(P17)
WERELDTIJD
(P21)
TOON
(P21)
TAAL
(P24)
]. De instellingen
(P66)
(P65)
DEMO
EXIT
(P65)