Makkelijk foto's nemen
In normale fotomodus [
■
van de aankoop)
1
2
3 4
13
12
1
Opnamemodus
2
Flitsermodus
(P39)
•
Het flitspictogram wordt rood als
de flitser wordt ingeschakeld en de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
3
AF-gebied
•
Het AF-gebied dat wordt getoond is
groter dan normaal als de foto wordt
opgenomen op een donkere plaats.
4
Scherpstellen
(P28)
5
Beeldformaat
(P60)
6
Kwaliteit
(P60)
6: Jitter-waarschuwing
7
Batterij-indicatie
•
De batterijaanduiding wordt rood
en knippert. (de statusindicator
knippert wanneer het LCD-scherm
wordt uitgeschakeld.)
Vervang voor nieuwe batterijen
of volledig opgeladen Ni-MH
batterijen.
8
Resterende aantal opneembare
foto's
(P109)
9
Opnameteken
Voorbereiding
] (ten tijde
5 6
7
8
9
10
11
(P30)
- -
10
Intern geheugen
(
of
licht rood op.)
•
Doe niet het volgende als de
toegangsindicatielampjes branden.
– De camera uitzetten.
– De batterijen of de kaart
verwijderen.
– De camera schudden of stoten.
– De netadapter loskoppelen
(optioneel).
•
Let op het bovenstaande wanneer
foto's worden gelezen of verwijderd
of terwijl het interne geheugen (of de
kaart) wordt geformatteerd.
•
De toegangstijd voor het interne
geheugen kan langer zijn dan de
toegangstijd voor een kaart. (max. ca.
7 sec.)
11
Sluitertijd
(P28)
12
Diafragma-aanduiding
•
Als de belichting onvoldoende is,
worden diafragma en sluitertijd rood.
(Ze worden niet rood als de flitser is
geactiveerd.)
13
Optisch stabilisatiesysteem
•
Voor details over onze displays verwijzen
wij u naar pagina P97.
■ Veranderen van de display
Druk op [DISPLAY] om het display te
veranderen. Kies of u informatie zoals
het aantal pixels en het mogelijke aantal
op te nemen foto's wilt weergeven als u
opneemt. Voor nadere details verwijzen
wij u naar pagina P37.
/ Kaart
(P28)
(P66)