Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bedoeld Gebruik; Accessoires; Eg-Conformiteitsverklaring; Onderdelen En Technische Documenten - Nefit SCM3 Installatie- En Onderhoudsinstructies

Vlakke collector voor zonnethermische systemen
Inhoudsopgave

Advertenties

2.3

Bedoeld gebruik

De montageset is uitsluitend bedoeld voor de correcte bevestiging van
de collectoren.
▶ Voer geen veranderingen uit aan de onderdelen.
Toegestane warmtegeleider
▶ De collectoren moeten ter bescherming tegen vorst en corrosie wor-
den gebruikt in combinatie met de koelvloeistof LS.
Toegestane dakbedekkingen
Deze instructie beschrijft de montage van de collector op schuine daken
met dakpannen, leipannen, holle dakpannen, leiplaten, shingles, plaat
en golfplaat.
▶ Monteer de montageset alleen op deze daken.
Maximale dakpan- en panlatdikte
De maximale openingsmaat van de dakhaak is
70 mm ( afb. 22, pagina 13). Daarom mag voor het inhangen van de
dakhaak de dikte van de dakpan samen met de dikte van de panlat maxi-
maal 70 mm bedragen.
▶ Wanneer de openingsmaat van de dakhaak te klein is, de dakhaak als
keperverankering gebruiken ( afb. 26, pagina 14).
Toegestane dakhellingen
▶ Monteer de montageset op de volgende daken:
– Dakhaken: toegestane dakhelling 25° tot 65°
– Stokschroeven: toegestane dakhelling 5° tot 65°
▶ Laat bij montage op daken met dakhellingen kleiner dan 25° de dak-
dichtheid door een dakdekker waarborgen.
Toegestane belastingen
▶ Monteer collectoren alleen op plaatsen met lagere waarden dan ge-
specificeerd in tab. 4. Schakel indien nodig een gebouwingenieur in.
De montageset is geschikt voor de volgende maximale lasten (conform
de DIN 1055, deel 4 en 5):
Maximale
sneeuwbelas-
Maximale windsnel-
ting
heid
Collectortype verticaal:
2
2)
2,0 kN/m
151 km/h
2
2)
3,1 kN/m
151 km/h
Collectortype horizontaal:
2
2)
2,0 kN/m
151 km/h
Tabel 4
1) Per collector (montage: hoofdstuk 7)
2) Komt overeen met een stuwdruk van 1,1 kN/m
3) Inclusief collectorspanner
▶ Houd bij het bepalen van de maximale windsnelheid de volgende fac-
toren aan:
– Positie van de zonne-installatie
– Geografische hoogte van het terrein
– Topografie (terrein/bebouwing)
– Gebouwhoogte
De maximale sneeuwbelasting resulteert uit de regionale zones
(sneeuwbelastingszones) en de terreinhoogte.
▶ Informeer naar de plaatselijke sneeuwbelasting.
SCM3 • 6 720 806 154 (2013/03)
Extra benodigde accessoi-
1)
res
--
2 x dakverbinding
2 x sneeuwlastprofiel
3)
1 x Profielrail
--
2
Specificaties collector en accessoires
Het ophopen van sneeuw boven de collector moet worden voorkomen.
▶ Sneeuwvangrooster boven de collector monteren (afstand maximaal
1 meter tussen collector en sneeuwvangrooster aanhouden).
-of-
▶ Sneeuw regelmatig ruimen.
Toegestane panlatafstanden
▶ Monteer het collectortype horizontaal op daken met een panlataf-
stand van max. 420 mm.
2.4

Accessoires

Een actueel volledig overzicht staat in de overzichtscatalogus en in de
planningsdocument.
2.5

EG-conformiteitsverklaring

Dit product voldoet qua constructie en werking aan de Europese richtlij-
nen evenals aan de bijkomende nationale vereisten. De conformiteit
wordt aangetoond door het CE-kenmerk. De conformiteitsverklaring kan
worden opgevraagd bij de fabrikant (adres zie achterzijde).
2.6

Onderdelen en technische documenten

De thermische zonne-installatie is bedoeld voor de warmwatervoorzie-
ning en indien nodig ook als verwarmingsondersteuning. Deze bestaat
uit verschillende componenten, die ook installatieinstructies bevatten.
Aanvullende instructies kunnen in de accessoires aanwezig zijn.
6
5
4
Afb. 4 Componenten van een zonne-installatie
[1]
Collector met collectorsensor boven
[2]
Leiding (retour)
[3]
Zonnestation met expansievat, temperatuur- en veiligheidsin-
richtingen
[4]
Zonneboiler
[5]
Zonneregelaar
[6]
Leiding (aanvoer)
2
1
2
3
6720640298-22.1ST
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave