11
Afsluitende werkzaamheden
11
Afsluitende werkzaamheden
11.1 Controleer de installatie
OPMERKING: Schade aan de installatie door corrosie!
Wanneer waterresten na het spoelen of lekdichtheids-
test langere tijd in de zonne-installatie blijven staan, dan
kan corrosie ontstaan.
▶ Zonne-installatie direct na de lekdichtheidscontrole
( instructie zonnestation) met zonnevloeistof in be-
drijf nemen.
Voer, wanneer u de genoemde controle-werkzaamheden
heeft uitgevoerd, de afsluitende isolatiewerkzaamheden
uit.
Controlewerkzaamheden:
1.
Profielrails met dakhaken verbonden en schroeven
aangetrokken?
2.
Wegglijborgingen gemonteerd?
3.
Collectorspanner gemonteerd en schroeven aange-
trokken?
4.
Aansluitleidingen met klemmen geborgd en juiste be-
vestiging van de klemmen gecontroleerd?
5.
Vrije collectoraansluitingen met dop afgesloten en met
klem geborgd? Juiste bevestiging van de klemmen ge-
controleerd?
6.
Is de collectorsensor tot aan de aanslag ingeschoven
(165 mm)?
7.
Lekdichtheidscontrole uitgevoerd en alle aansluitingen
op dichtheid gecontroleerd (zie instructie zonnestati-
on)?
Tabel 14
Wanneer u de ontluchting van de zonne-installlatie met
een automatische ontluchter op het dak (accessoires)
uitvoert, dan moet u na het ontluchten de kogelkraan
sluiten ( instructie zonnestation).
De zonne-installatie wordt in bedrijf gesteld conform de
specificaties van de installatie- en onderhoudsinstructie
van het zonnestation.
11.2 Aansluitingen en leidingen isoleren.
▶ Leidingen gehele zonnecircuit conform de voorschriften isoleren.
▶ Leidingen in buitenopstelling met UV-, weer- en hogetemperatuurbe-
stendig materiaal (150 °C) isoleren.
▶ Leidingen in binnenopstelling met hogetemperatuurbestendig mate-
riaal (150 °C) isoleren.
▶ Isolatie indien nodig tegen vogelvraat beschermen.
26
12
Reiniging van de collectoren
GEVAAR: Levensgevaar door vallen!
▶ Bij alle werkzaamheden op het dak beveiligen tegen
vallen.
▶ Wanneer geen onafhankelijk valbeveiliging aanwezig
is, persoonlijke beschermingsuitrusting dragen.
OPMERKING: Glasbreuk door koud water op hete col-
lector.
▶ Reinig de glasvensters, wanneer de collector is afge-
koeld.
Glasvensters reinigen
De glasvensters zijn in de regel bij een dakhelling van 15° en meer zelf-
reinigend.
▶ Bij sterke verontreiniging glasvensters met glasreiniger schoonma-
ken. Geen aceton gebruiken.
Reinig de venitlatie-opening
Door de ventilatie-openingen [1] op iedere hoek van de collector kan het
nachtelijke vocht (condensaat) uit de collector ontsnappen.
Door omgevingsinvloeden kunnen deze openingen verstopt raken.
▶ Wanneer de collector ondanks intensieve zonneschijn na 4 uur nog al-
tijd is beslagen, de ventilatie-openingen [1] bijv. met een dunne naald
reinigen.
Afb. 68
1
6720640298-60.1ST
SCM3 • 6 720 806 154 (2013/03)