4. Aansluitingen
Aansluiting
DI 1
O3
O2
O1.NC
O1.NO
O1.COM
4.1 IO-connector
76 / 148
De IO-connector maakt communicatie met externe
apparatuur mogelijk. Druk de klem met de krachtige
veer omlaag met een schroevendraaier om kabels aan
te sluiten of weg te nemen. Details en
toepassingsvoorbeelden voor het schakelen van de IO-
connector vindt u in het manual van de RouterNode 2.
SmartBridge Gateway Node 2
Betekenis
Aansluiting van een digitaal sig-
naal van 0 V
tot 3,3 V
DC
Open-Drain-uitgang (details zie
IO-connector [
76]
}
sche gegevens [
Open-Drain-uitgang (details zie
IO-connector [
76]
}
sche gegevens [
Potentiaalvrije relaisuitgang: Nor-
mally Closed (NC). Deze uitgang is
in rusttoestand elektrisch verbon-
den met de uitgang 01.COM.
Potentiaalvrije relaisuitgang: Nor-
mally Open (NO). Deze uitgang is
bij activering elektrisch verbonden
met de uitgang 01.COM.
Potentiaalvrije relaisuitgang: Com-
mon (COM). Deze uitgang is naar
gelang de geschakelde toestand
van het relais verbonden met de
uitgang 01.NC dan wel 01.NO.
RouterNode 2
.
DC
Techni-
en
85]
).
}
en
Techni-
85]
).
}
NL