GMR 5045 CondensGMR 5065 CondensGMR 5090
CondensGMR 5115 Condens
270810 - 124804-AA
9. Bevestig de vulslang aan de vul- / aftapkraan. Draai de vulslang
goed vast.
T000849-A
10.Draai de vul- / aftapkraan van de cv-installatie open.
11.Draai de waterkraan open.
12.Controleer de waterdruk van de cv-installatie die op de display van
het bedieningspaneel staat aangegeven.
13.Sluit waterkraan als de waterdruk 2 bar is.
T000850-A
14.Sluit de vul- / aftapkraan van de cv-installatie.Laat de slang aan
de vul- / aftapkraan tot de installatie is ontlucht.
Door bijvullen met water komt er lucht in de cv-installatie.
Ontlucht de installatie. Na ontluchten kan de waterdruk
weer onder het vereiste niveau komen. Controleer de
waterdruk van de cv-installatie die op de display van het
bedieningspaneel staat aangegeven. Als de waterdruk
lager is dan 0,8 bar, moet water worden bijgevuld.
15.Nadat de installatie gevuld is, neemt u de ketel weer in bedrijf.
Het vullen en het ontluchten van de installatie 2 keer per
jaar zou voldoende moeten zijn om de juiste waterdruk te
T000853-A
krijgen. Neem contact op met uw installateur, indien u vaak
water bij moet vullen.
6. Controle en onderhoud
40