1. ALGEMEEN De GSR 130 NA zijn gietijzeren atmosferische gaske- De ketels zijn voorzien van een veiligheidsorgaan tegen tels - vloermodel - met zeer lage vervuilende uitstoten. terugslag van rookgassen en mogen dus worden geïns- Zij zijn enkel geschikt voor aansluiting op een schouw.
120,5 120,5 ø G R 1/2 R 1/2 R 1/2 R 3/4 R 3/4 R 3/4 R 3/4 • GSR 130 NA + OBD 133 zijdelins model Ø B Vertrek buitendraad 596,5 Retour buitendraad Toevoer Aftapkraan gas ø G aansluiting voor...
• GSR 130 NA + OBD 133 stapelmodel Ø B Vertrek buitendraad R 1 Toevoer gas ø G Retour buitendraad Aftapkraan 1690 aansluiting voor buis met binnen ø int. 14 1560 1270 596,5 8509N003 Voor een betere leesbaarheid, is de verbindingskit niet (1) Regelbare voeten : basishoogte 30 mm, regelbaar afgebeeld op de doorsnede.
1.4 Algemene beschrijving De ketel GSR 130 NA is een zeer gemakkelijk te bedie- rendement zonder dat de waterdamp van de rook- nen gietijzeren, atmosferische gasketel. gassen zich in condens omzet. De keerschotten die zijn ingebouwd in de rookgaskringen beperken de natuur-...
2. INSTALLATIE EN AANSLUITING VAN DE KETEL 2.1 Wettelijke regeling De installatie van de ketel en de aansluiting van het gas dienen door een gekwalificeerde installateur verricht te worden in overeenstemming met de bepalingen van de normen NBN D 30.003, NBN B 61.001. Er dient een afsluitkraantje voorzien te zijn in de aan- voerleidingen, dicht bij de ketel, in overeenstemming met KVBG.
2.3 Waterpasopstelling De waterpasopstelling gebeurd met behulp van 4 regel- bare voetjes op de ketelsokkel en een platte schroeve- draaier. Opmerking : voor de juiste regeling, de te regelen voet met een koevoet ontlasten. (1) Regelbare voetjes : Basishoogte : 10 mm, - mogelijk regeling van 10 tot 22 mm.
Pagina 9
2.4.1 Installation met 1 directe verwarmingskring zonder mengklep en 1 sanitair warmwaterbereider (met REA-130 B regulatie of REA-030 B sanitair voorangsmodule) 230V 50Hz REA-131B °C 8509N015 2.4.2 Installation met 1 verwarmingskring met mengklep en 1 sanitair warmwaterbereider (met REA-131 B regulatie) 230V 50Hz °C...
2.5 Aansluiting op de schoorsteen Het toestel moeten worden geïnstalleerd volgens de regels van de kunst met een luchtdichte schouwbuis in roestvrij staal, aluminium, bestand tegen de warme ver- brandingsgassen en mogelijke zure condensatie. De positie van deze buis laat de afvoer van enventuele condensatie toe.
3. ELEKTRISCHE BASIS AANSLUITING De elektrische aansluiting moet worden uitgevoerd door een bekwaam vakman. De bekabeling wordt zorgvuldig gecontroleerd in de fabriek, de verbindingen aan de binnenzijde van het bedieningsbord mogen in geen geval worden gewijzigd. De elektrische aansluiting van de ketel moet worden uitgevoerd conform de voorschriften van de geldende normen waarbij de aanwijzigingen op het elektrisch schema van het toestel en de hieronder opgegeven...
Pagina 12
3 x 0,75 mm 3 x 0,75 mm mini mini 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 230V - 50Hz 8398N136 - Voeding (ALI) : - Pomp C.V. (KK) : De voeding wordt aangesloten 1, 2 en 3. Respecteer Sluit de pomp direkt gestookte kring aan op de klemmen de aansluitingen fase (L), nulleider (N) en aarding 10, 11, 12 Respecteer de aansluitingen fase (L), nlleider...
4. INDIENSTSTELLING - ALGEMEEN 4.1 Installatie vullen De ketel kan worden gevuld via de aftapkraan. Zorg ervoor dat de installatie goed ontlucht is. 4.2 Controles uit te voeren voor de indienststelling Alvorens de ketel in dienst te stellen, moet u volgende controles uitvoeren : - Controleer of het toestel goed is afgesteld volgens het gebruikte gastype.
Pagina 14
Werking van de ketel met vlambeveiligingsautomaat S4565 BF 1112 Werkingsprincipe : Normale werkingscyclus De ontstekings- en controlefases van de brander wor- den waargenomen door de vlambeveiligingsautomaat. Werking in normale omstandigheden : Bij een warmtevraag, sluit de ketelthermostaat TCH het contact. De ontstekingstransformator TA, geïntegreerd in de vlambeveiligingsautomaat, alsook de veiligheidsklep van de gasklep (die de ontstekings-brander voedt)
4.3 Controles en afstelling na de indienststelling 4.3.1. Controle van de voedingsdruk - De schroef aan de binnenzijde van het drukmeetpunt van de voeding van enkele toeren losschroeven (zie schema hiernaast). - Sluit een manometer aan op het drukmeetpunt en controleer of de druk aan de voeding overeenstemt met deze opgegeven.
5. KETEL ZONDER REGULATIE OF KAMERTHERMOSTAAT 5.1 Elektrische aansluiting - Controleer of de brug LP tussen de klemmen 1 en 2 aan- wezig is. - Controleer of de 3-polige tegenstekker ”ZONDER S.W.W. MODULE REA-030 B” op de ”CONF” stekker is geplaatst. 8509N040 °C 5.2 Principeschema - minimum installatie (zonder kamerthermostaat, zonder regulatie)
5.3 Inbedrijfstelling - minimum installatie (zonder kamerthermostaat, zonder regulatie) De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een vakman. Alvorens de ketel te starten, controleer of de installatie met water gevuld is. Volg voor de inbedrijfstelling de chronologische volgorde zoals hieronder aangegeven : °C 8509N020 G Open de gastoevoerkraan en ontlucht de gasleiding.
6. KETEL MET KAMERTHERMOSTAAT 6.1 Elektrische aansluiting - installatie met kamerthermostaat - Controleer of de brug LP tussen de klemmen 1 en 2 aan- wezig is. - Controleer of de 3-polige tegenstekker ”ZONDER S.W.W. MODULE REA-030 B” op de ”CONF” stekker is geplaatst. °C 8509N040 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24...
6.3 Inbedrijfstelling - installatie met kamerthermostaat De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een vakman. Alvorens de ketel te starten, controleer of de installatie met water gevuld is. Volg voor de inbedrijfstelling de chronologische volgorde zoals hieronder aangegeven : °C 8509N020 G Open de gastoevoerkraan en ontlucht de gasleiding.
7. KETEL MET REA-030 B SANITAIR WARMWATER MODULE 7.1 Monteren van de REA-030 B module 8509N029 8509N030 - Snijdt de randen los met een cutter. - Verwijder het plaatje met een cutter. - Maak de verbindingen tussen de connectoren en de modu- le : X2 en X3.
7.2 Elektrische aansluiting - ketel met REA-030 B modul - Verwijder de brug LP aan de klemmen 1 en 2. - Monteer de kabelbundel met voelers geleverd met de REA-030 B module (zie montagevoorschrift REA-030 - Koppel de tegenstekker los die is aangesloten op de connector met 3 contactblokjes en dic een sticker ”ZON- DER S.W.W.
7.4 Inbedrijfstelling - ketel met REA-030 B module De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een vakman. Alvorens de ketel te starten, controleer of de installatie met water gevuld is. Volg voor de inbedrijfstelling de chronologische volgorde zoals hieronder aangegeven : °C C°...
8. KETEL UITGERUST MET REA REGULATIE 8.1 Monteren van de regulatie 8509N029 8509N030 - Snijdt de randen los met een cutter. - Verwijder het plaatje met een cutter. - Maak de verbindingen tussen de connectoren en de modu- le : X2 en X3 met rode band op de klemmen X2 en X3 en de X1 met blauwe band op de klemmen X1.
8.2 Elektrische aansluiting - ketel met REA regulatie - Verwijder de brug LP aan de klemmen 1 en 2. - Monteer de kabelbundel KSF-REA geleverd met de regu- latie (zie montagevoorschrift regulatie REA-030 B). - Koppel de teggenstekker los die is aangesloten op de connector met 3 contactblokjes ”CONF”...
8.4 Inbedrijfstelling - ketel met REA regulatie De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een vakman. Alvorens de ketel te starten, controleer of de installatie en (1) Het model REA-131 B (leverbaar in optie) is hieronder de sanitair warmwater kring met water gevuld zijn. afgebeeld..
9. DRUKREGELING EN MERKING VAN GEIJKTE SPUITSTUKKEN EN DIAFRAGMA’S (15°C, 1013 mbar) - Tabel merking spuitstukken 130-4 130-5 130-6 130-7 130-8 130-9 130-10 Spuitstukken 140 A 140 A 140 A 140 A 140 A 140 A 140 A Voedingsdruck mbar Debiet 1562 2074...
10. ONDERHOUD 10.1 Onderhoud hoofbrander en ontstekingsbrander Om een goed rendement te waarborgen, moeten de Het is aangeraden dit 1 maal per jaar te doen. hoofd en ontstekingsbrander regelmatig worden gerei- nigd. 8-12° 30-35° 25-30° + 0,2 3,5 mm 15 13 8509N037 Hoofdbrander Ontstekingsbrander...
10.2 Reiniging ketellichaam De staat van bevuiling van het ketellichaam moet minstens één maal per jaar worden gecontroleerd via de kijkopening aan de bovenzijde van de val- windonderbreker. Indien nodig, het ketellichaam reinigen. Demonteer dan tevens het branderbed om te vermijden dat vuiltjes de openingen van de gasstraat zouden verstoppen.
10.4 Defecten en oplossingen Symptomes Mogelijke oorzaken Oplossingen De ketel start niet en - De ketelthermostaat - Een warmtevraag creëren door inwerking op de ketelthermostaat de vlambeveiligings- ontvangt geen warmtevraag. (ref. 7, blz 6) of op het niveau van de regeling (optie) automaat is niet - De regeling (optie) ontvrangt vergrendeld...
Pagina 33
Wisselstukken GSR 130 NA KETELLICHAAM + VALWIND TREKONDERBREKER + ISOLATIE 8509N048...
Pagina 34
GSR 130 NA GASSTRAAT 4 tot 6 elementen 29.1 54.1 46.1 41.1 40.1 58.1 58.2 59.2 59.3 58.3 59.1 8509N049...
Pagina 35
GSR 130 NA GASSTRAAT 7 tot 10 elementen 29.2 54.2 46.1 41.2 40.2 8509N077...
Pagina 36
GSR 130 NA BEDIENINGSBORD 1 0 A 8509N073...
Pagina 40
GSR 130 NA Rep. Code nr. BENAMING Rep. Code nr. BENAMING 180 758 Bijkomenf element deur 4 elementen 180 759 Bijkomenf element deur 5-6 elementen 180 760 Bijkomenf element deur 7-8 elementen 180 761 Bijkomenf element deur 9-10 elementen 180 762...