Systeemvereisten op de regelaar UVR1611
Voor het gebruik van de CAN-I/O-module is ten minste de versie A2.21 op de regelaar
UVR1611 vereist.
Voedingscapaciteit
Per regelaar (UVR1611) kunnen maximaal twee apparaten (CAN-monitor, CAN-I/O module
e.d.) gevoed worden. Vanaf 3 apparaten in het CAN-netwerk is een 12V-adapter benodigd.
Kabelkeuze en netwerktopologie
De basisprincipes van de Bus-kabelverbinding zijn in de handleiding van de UVR16**
uitvoerig beschreven. Daarom wordt hier alleen op de terminering ingegaan.
Ieder CAN-netwerk wordt bij de eerste en laatste busdeelnemer met een 120 Ohm bus-
afsluiting voorzien (termineren – met jumper). In een CAN-netwerk zijn dus altijd twee
eindweerstanden (telkens aan het einde) te vinden. Kortsluitingen of een stervormige CAN-
verbinding zijn volgens de officiële specificaties niet toegestaan!
5