MATRICE 350 RTK Gebruikershandleiding
en de staplengte als 30 graden. Het getal 24 in het kompas geeft bijvoorbeeld de koers van
de drone aan na een draai van 240 graden rechtsom vanaf 0 graden.
4.
Gimbaloriëntatie: geeft de oriëntatie van de gimbal ten opzichte van de drone in realtime
weer. Het pictogram roteert met het gimbalplaatje.
5.
Oriëntaties van startpunt en afstandsbediening:
a. Geeft het startpunt ten opzichte van de drone weer. Wanneer de horizontale afstand tot
het startpunt meer dan 16 m bedraagt, zal het startpunt-pictogram aan de rand van het
navigatiedisplay blijven.
b. Wanneer de relatieve afstand tussen het startpunt en de afstandsbediening niet meer
dan 5 meter bedraagt, wordt alleen het startpunt weergegeven in het navigatiescherm.
Wanneer de relatieve afstand meer dan 5 meter bedraagt, wordt de afstandsbediening
weergegeven als een blauwe stip om de positie aan te geven. Wanneer de horizontale
afstand tussen de afstandsbediening en de drone meer dan 16 meter bedraagt, blijft het
positiepictogram van de afstandsbediening op de rand van het navigatiescherm staan.
c. Wanneer het kompas van de afstandsbediening normaal werkt, geeft de blauwe stip de
richting van de afstandsbediening aan. Als het signaal tijdens de vlucht slecht is, wijst u
de pijl van de afstandsbediening in het navigatiescherm in de richting van de drone.
6.
Afstand naar startpunt: geeft de horizontale afstand tussen het startpunt en de drone
weer.
7.
PinPoint-informatie: toont de naam van de PinPoint en de horizontale afstand van de
drone tot de PinPoint, wanneer PinPoint is ingeschakeld.
8.
Navigatiepunt-informatie: toont de naam van het navigatiepunt, de horizontale afstand
van de drone tot het navigatiepunt en het op- of aflopende traject van de vliegroute tijdens
een missievlucht.
9.
RNG-doelpuntinformatie: geeft de horizontale afstand van de drone tot het doelpunt weer
wanneer de RNG-laserafstandsmeter is ingeschakeld.
10. Informatie over verticale obstakeldetectie: zodra een obstakel in verticale richting wordt
gedetecteerd, verschijnt een obstakelindicatiebalk. Wanneer de drone de waarschuwingsafstand
bereikt, licht het pictogram rood en oranje op en geeft de afstandsbediening lange pieptonen
af. Wanneer de drone de remafstand van het obstakel bereikt, licht het pictogram rood op
en geeft de afstandsbediening korte pieptonen af. Gebruikers kunnen de remafstand en de
waarschuwingsafstand in de DJI Pilot 2-app instellen. Volg de instructies in de app om ze in te
stellen.
86
©
2023 DJI Alle rechten voorbehouden.