MATRICE 350 RTK Gebruikershandleiding
Vliegveiligheid
Zorg ervoor dat u training en oefening hebt voordat u een echte vlucht uitvoert. Oefen met
de simulator in DJI Assistant 2 of vlieg onder begeleiding van ervaren professionals. Kies een
geschikt gebied om in te vliegen volgens de volgende vluchtvereisten en -beperkingen. Vlieg met
de drone onder 120 m (400 ft). Elke vluchthoogte die hoger is dan die kan in strijd zijn met de
lokale wet- en regelgeving. Zorg ervoor dat u de lokale wet- en regelgeving begrijpt en naleeft
voordat u vliegt. Lees de veiligheidsrichtlijnen zorgvuldig door om alle veiligheidsmaatregelen te
begrijpen voordat u gaat vliegen.
Vereisten ten aanzien van de vliegomgeving
1.
Gebruik de drone NIET bij ongunstige weersomstandigheden, zoals bij windsnelheden van
meer dan 12 m/s. Raadpleeg voor het vliegen tijdens regen de vereisten voor vliegen in het
hoofdstuk over IP55-beschermingsclassificatie.
2.
Plaats de drone op een open en vlakke ondergrond zonder obstakels om op te stijgen. Zorg
ervoor dat de drone op een veilige afstand is van omliggende obstakels, gebouwen, mensen
of bomen. Vlieg met de drone binnen de visuele zichtlijn (VLOS) om de vliegveiligheid te
garanderen.
3.
Als de omgevingsverlichting slecht is, wordt op het navigatiescherm in DJI Pilot 2
weergegeven dat het zicht- of infrarooddetectiesysteem defect is. Dit betekent dat het
zichtsysteem of het infrarooddetectiesysteem mogelijk niet goed werkt, en de drone kan
dan geen obstakels detecteren. Houd de omgeving te allen tijde in de gaten. Gebruik van de
FPV-camera en behoud de controle over de drone om de vliegveiligheid te waarborgen.
4.
Zorg ervoor dat de bakens en de hulplampen 's avonds en 's nachts zijn ingeschakeld voor
de vliegveiligheid.
5.
Stijg NIET op vanaf bewegende objecten zoals auto's, schepen en vliegtuigen.
6.
Laat de drone NIET opstijgen of landen in zanderige of stoffige gebieden om te voorkomen
dat de levensduur van de motor hierdoor nadelig wordt beïnvloed.
7.
De prestaties van de accu en de aandrijfsystemen kunnen door de omgeving worden
beïnvloed wanneer u in een gebied op grote hoogte vliegt. Het wordt aanbevolen om 2112
geluidarme propellers voor grote hoogtes te gebruiken.
8.
Het kompas en GNSS zullen niet werken in de poolgebieden. Vlieg voorzichtig.
9.
Gebruik de drone, de afstandsbediening, de accu en het accustation NIET in de buurt van
ongevallen, branden, explosies, overstromingen, tsunami's, lawines, aardverschuivingen,
aardbevingen, stof of zandstormen.
10. Gebruik het accustation bij een temperatuur van -20 °C to 40 °C.
11. Gebruik het accustation NIET in vochtige omgevingen.
12. Zorg ervoor dat tijdens het gebruik de temperatuur en vochtigheid geschikt zijn voor de
gimbalcamera.
13. Dit product mag niet worden gebruikt in een omgeving met explosiegevaar.
14
©
2023 DJI Alle rechten voorbehouden.