Stroomvoorziening 380-415V 3N~
Open het klemmenbord van de elektrische voeding en plaats
de meegeleverde jumpers als volgt: één jumper tussen de
klemmen 2 en 4, en de andere tussen de klemmen 4 en 6.
Gebruik een geschikte voedingskabel (zie C.1 Algemene
technische kenmerken tabel), sluit de drie fasen aan op de
klemmen 1, 3 en 5, de nulleider op klem 6 en de aarddraad op
klem
.
L1
L2
L3
Elektrische voeding 400 - 440 V 3
Open het klemmenbord van de elektrische voeding en plaats
de meegeleverde jumpers als volgt: één jumper tussen de
klemmen 2 en 4, en de andere tussen de klemmen 4 en 6.
Gebruik een geschikte voedingskabel (zie C.1 Algemene
technische kenmerken tabel), sluit de drie fasen aan op de
klemmen 1, 3 en 5, de nulleider op klem 6 en de aarddraad op
klem
.
L1
L2
L3
Elektrische voeding 220 - 230V 3
Open het klemmenbord van de elektrische voeding en plaats
de meegeleverde jumpers als volgt: één jumper tussen de
klemmen 1 en 2, één jumper tussen de klemmen 3 en 4 en een
andere tussen de klemmen 5 en 6. Gebruik een geschikte
voedingskabel (zie C.1 Algemene technische kenmerken
tabel), sluit de drie fasen aan op de klemmen 1, 3 en 5 en de
aarddraad op de klem
.
L1
L2
L3
26
Elektrische voeding 220 - 230V 1N
Open het klemmenbord van de elektrische voeding en plaats
de meegeleverde jumpers als volgt: twee jumpers tussen de
klemmen 1, 3 en 5 en twee andere tussen de terminals 2, 4 en
6. Gebruik een geschikte voedingskabel (zie C.1 Algemene
technische kenmerken tabel), sluit de fase en de nulleider aan
op respectievelijk klemmen 5 en 6 en de aarddraad op de klem
.
E.10.1 Aansluitingen voor stroomregeling
Dit apparaat is ontworpen voor een externe regeling van het
stroomverbruik.
11
12
Sluit de stroompiek-controller aan op de klemmen 11 en 12.
PAS OP
Een normaal geopend (NO) contact van
de controller moet worden aangesloten op
de klemmen 11 en 12. Als dit contact sluit,
schakelen de verwarmingselementen van
de boiler uit. Wanneer de vaatwasser
onder
deze
gebruikt, kan de cyclustijd toenemen.
E.11
Veiligheidsvoorzieningen
• Een overbelastingsbeveiliging met automatische reset is in
de elektrische pompspiralen ingebouwd en schakelt de
voeding naar de pomp uit in geval van een defect.
• Een inrichting voorkomt dat het boilerwater terugstroomt in
het
systeem
in
geval
watertoevoersysteem.
• Dankzij een overloopbuis, aangesloten op de afvoer, is het
waterpeil in het reservoir altijd constant.
• Als het waterniveau in het reservoir te hoog is, wordt de
afvoerpomp (indien aanwezig) automatisch geactiveerd om
het teveel aan water weg te pompen.
BELANGRIJK
De fabrikant kan op geen enkele wijze aansprake-
lijk gesteld worden als deze voorschriften niet in
acht worden genomen.
omstandigheden
wordt
van
een
defect
aan
het