17
|
Installatie van de leidingen
17.1.6 Lengte koelmiddelleiding en hoogteverschil
17.2 Koelmiddelleiding aansluiten
17.2.1 Over het aansluiten van de koelmiddelleidingen
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
72
Type capaciteit buitenunit
ERA100
ERA125
ERA140
De leidinglengte en het hoogteverschil moeten voldoen aan de volgende vereisten:
a
H1
a Buitenunit
b Luchtbehandelingsunit (AHU)
c EKEXVA-kit
Term
A
Maximale leidinglengte van binnenunit naar
buitenunit (werkelijk/equivalent)
B
Maximale leidinglengte van EKEXVA naar AHU-
unit
H1
Maximaal hoogteverschil tussen buitenunit en
binnenunit (buitenunit hoger dan binnenunit /
binnenunit hoger dan buitenunit)
H2
Maximaal hoogteverschil tussen EKEXVA‑kits en
AHU-units
(a)
De toegestane minimale lengte is 5 m.
Opmerking:
compatibele
luchtbehandelingsunits,
luchtbehandelingsunits.
Alvorens de koelmiddelleidingen aan te sluiten
Controleer of de buitenunit en binnenunit gemonteerd zijn.
Typische werkstroom
De koelmiddelleiding aansluiten betekent:
Leidingmaat (buitendiameter) [mm]
Gasleiding
15.9
A
c
B
b
H2
Definitie
luchtgordijnen
en
vallen
onder
Inverter-buitenunit voor AHU-optiekit en luchtgordijnen
Vloeistofleiding
9.5
Waarde [m]
(a)
50
/55
5
40/40
5
worden
beschouwd
de
beperkingen
ERA100~140A7V/Y1B
4P780152-1 – 2024.10
als
voor