Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

0: iedere in- en uitgang functioneert zoals geconfigureerd in de fabriek of door de installateur;
1: werking met foto-elektrische slagbomen met testinrichting.
Voor deze modus worden de ingang ING1 (als Foto-ingang) en de traffic light-uitgang OUT-TL1 gebruikt. Bij de start van het sluitmanoeuvre wordt een test
uitgevoerd: de uitgang wordt geactiveerd en men controleert of de ingang gedeactiveerd wordt. Daarna wordt de normale werking hersteld. Belangrijk – Wan-
neer de modus opnieuw wordt ingesteld op 0, herneemt de uitgang OUT-TL1 de ingestelde waarde, maar de ingang ING1 wordt ingesteld als 'niet gekend'
om ongewenste instructies te vermijden.
'Rem'-modus (0x36)
Met deze parameter kan de werkingsmodus van de handrem worden ingesteld. Er zijn 3 werkingsmodi:
0: rem uitgeschakeld (geen voeding);
1: rem negatief. Tijdens het manoeuvre komt de rem onder stroom te staan, waardoor hij uitgeschakeld wordt en de motor vrij blijft draaien.
Wanneer het stopmanoeuvre onderbroken wordt, zorgt de voeding naar de rem voor een automatische herinschakeling.
2: rem positief. Tijdens het manoeuvre is er geen stroomtoevoer naar de rem en draait de motor vrij. Wanneer het manoeuvre stopt, komt de
rem onder stroom te staan met de daaruit voortvloeiende remming.
3: rem negatief. Voor driefasige voeding van 208 V
4: rem positief. Voor driefasige voeding van 208 V
In de fabriek wordt modus 1 ingesteld.
Waarde korte omkering (0x31)
Deze parameter wordt uitgedrukt in seconden en kan worden ingesteld op een waarde tussen 0,1 en 5; de in de fabriek ingestelde waarde is 3. Deze functie
dient voor het programmeren van de manoeuvretijd van de korte omkering die de besturingseenheid aanstuurt als veiligheidsmanoeuvre na detectie van een
obstakel of bij het versturen van een "stop" instructie.
Uitsluitingswaarde (0xa4)
Deze parameter wordt uitgedrukt in encoderimpulsen en kan worden ingesteld op een waarde tussen 0 en 300; de in de fabriek ingestelde waarde is 50.
Opmerking – De waarde "0" wordt beschouwd als de positie waarin de automatisering volledig gesloten is. Deze functie dient voor het programmeren van de
maximumlimiet waarboven de besturingseenheid de door de functies voor obstakeldetectie (als deze actief zijn) voorziene omkeringsmanoeuvre automatisch
uitsluit.
Uitsluitingswaarde FOTO (0xaf)
Deze parameter wordt uitgedrukt in encoderimpulsen en kan worden ingesteld op een waarde tussen 0 en 4000; de in de fabriek ingestelde waarde is 0.
Opmerking – De waarde "0" wordt beschouwd als de positie waarin de automatisering volledig gesloten is. Deze functie dient voor het programmeren van de
maximumlimieten waarbinnen de besturingseenheid de besturing van de fotocellen met FOTO-adres automatisch uitsluit.
Compensatie afstandswaarde (0xfc)
• automatische compensatie (0x97)
Deze parameter is van het type ON / OFF; de in de fabriek ingestelde waarde is "OFF". Deze functie is nuttig wanneer men een gevoelige rand van het
resistieve type 8K2 of van het optische type OSE gebruikt. De functie biedt de mogelijkheid tot het recupereren van de uitrekking van de metalen koorden
van de automatisering die de slijtage door het gebruik na verloop van tijd normaal gesproken veroorzaakt. Als de gevoelige rand binnen de afstandswaarde
voor maximale sluiting valt, kan het gebeuren dat de besturingseenheid tijdens het daaropvolgende sluitmanoeuvre de motor eerst gedurende een aantal
encoderimpulsen (compensatiewaarde) stillegt.
• compensatiewaarde (0x2e)
Deze parameter kan worden ingesteld op een waarde tussen 0 en 20; de in de fabriek ingestelde waarde is 2. Met deze parameter is het mogelijk in een
besturingseenheid het aantal impulsen te programmeren dat noodzakelijk is voor de functie "waardecompensatie". Deze parameter heeft alleen effect als de
parameter "automatische compensatie" actief is (ON).
Bedrijfsduur (0xa7)
Met deze parameter wordt de maximale duur van het manoeuvre gedefinieerd. Na het verstrijken van deze tijd wordt het manoeuvre onderbroken.
• modus
❒ handmatig: door deze modus te selecteren, wordt de configureerbare parameter "maximale bedrijfsduur" als bedrijfsduur gebruikt.
❒ automatisch: door deze modus te selecteren, meet de besturingseenheid de duur van het manoeuvre na het aanleren van de posities; daarna wordt een
waarde ingesteld die iets meer bedraagt dan de werkelijke manoeuvretijd.
• maximale tijdsduur
Deze parameter varieert tussen 0 en 120 sec. en geeft de toegestane maximale tijd aan voor het manoeuvre bij selectie van de modus 'handmatig'; de
fabrieksinstelling bedraagt 60 sec.
❒ waarde 1: tijd voor opening
❒ waarde 2: tijd voor sluiting
Configuratie INGANGEN
Onder dit item worden de instructies gegroepeerd die beschikbaar zijn voor en toegewezen kunnen worden aan de ingangen 1 - 2 - 3 op de besturingseen-
heid van een automatisering. De voor elke ingang beschikbare instructies zijn beschreven in Tabel 1; de instructiecategorieën en de bijbehorende werkings-
modi zijn daarentegen beschreven in Tabel 1a, 1b, 1c enz. Belangrijk – Opdat de besturingseenheid correct werkt, is het noodzakelijk dat aan de op een
ingang geprogrammeerde instructie de bijbehorende instructiecategorie wordt toegewezen en tot slot de gewenste werkingsmodus.
Om een ingang te configureren, voert u de volgende stappen uit:

Geavanceerde parameters

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave