Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Advertenties

NDA001
Functies die geprogram-
meerd kunnen worden
met behulp van de programmeereenheid Oview
STF NDA001 – Rev00
Firmware: DA02

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Nice NDA001

  • Pagina 1 NDA001 Functies die geprogram- meerd kunnen worden met behulp van de programmeereenheid Oview STF NDA001 – Rev00 Firmware: DA02...
  • Pagina 2: Gemeenschappelijke Functies

    GEMEENSCHAPPELIJKE FUNCTIES naam Deze parameter maakt het mogelijk een andere naam dan de originele aan de automatisering toe te kennen, om de identificatie ervan te vergemakkelijken (bijv. “poort noordzijde”). De naam mag uit maximaal 24 tekens bestaan, inclusief spaties. geheel Deze parameter kan worden ingesteld op een waarde tussen 0 en 63, de in de fabriek ingestelde waarde is “0”.
  • Pagina 3: Basisparameters

    • gedeeltelijke opening 1 (0x1b) Deze functie wordt uitgedrukt in encoderimpulsen. Met deze functie is het mogelijk om gedurende de openingsmanoeuvre het exacte punt (afstandswaarde) te programmeren waar de poort zijn beweging moet blokkeren (gedeeltelijke opening). Om dit te doen gebruikt u de toetsen “openen” en “sluiten” (persoon aanwezig);...
  • Pagina 4 Hersluiten na foto (0x86) • actief (0x84) Deze parameter is van het type ON / OFF; de in de fabriek ingestelde waarde is “OFF”. De functie maakt het mogelijk de automatisering alleen in de openings- stand te houden voor de tijd die nodig is om voertuigen of personen te laten passeren. Na het verstrijken van deze tijd wordt automatisch de sluitmanoeuvre geactiveerd, die op zijn beurt begint na een bepaalde tijd die geprogrammeerd wordt in de functie “wachttijd”.
  • Pagina 5: Geavanceerde Parameters

    0: iedere in- en uitgang functioneert zoals geconfigureerd in de fabriek of door de installateur; 1: werking met foto-elektrische slagbomen met testinrichting. Voor deze modus worden de ingang ING1 (als Foto-ingang) en de traffic light-uitgang OUT-TL1 gebruikt. Bij de start van het sluitmanoeuvre wordt een test uitgevoerd: de uitgang wordt geactiveerd en men controleert of de ingang gedeactiveerd wordt.
  • Pagina 6 01. In het gedeelte “Geavanceerde parameters” kiest u het item “configuratie ingangen” en vervolgens de ingang die u wilt programmeren. Kies de gewenste instructie en bevestig de keuze met “OK”. 02. Vervolgens selecteert u, nog steeds in het gedeelte “Geavanceerde parameters” het item “configuratie instructies” en kiest u de instructiecategorie die bij de eerder gekozen instructie hoort, in stap 01.
  • Pagina 7 Stap-voor-stap hoge prioriteit Stap-voor-stap: de gewenste werkingsmodus pro- Wanneer men deze instructie verstuurt, laat de grammeren door uw keuze te maken in Tabel 1-A besturingseenheid de applicatie de manoeu¬vre (“configuratie instructies” > “stap-voor-stap” > wer- volgend op de eerder uitgevoerde (of nog aan de kingsmodus ...) gang zijde) manoeuvre uitvoeren, ten opzichte van de volgorde van de manoeuvres die voorzien is in...
  • Pagina 8 Woonblok Stap-voor-stap: de werkingsmodus svs woonblok Deze instructie is in de fabriek geprogrammeerd 1 programmeren (“configuratie instructies” > “stap- op ingang 1, met werkingsmodus “svs woonblok voor-stap” > werkingsmodus: svs woonblok 1) 1” en instructiereeks “open - stop - sluit - open”. Wanneer men deze instructie verstuurt, laat de besturingseenheid de applicatie de manoeuvre volgend op de eerder uitgevoerde (of nog aan de...
  • Pagina 9 configuratie INSTRUCTIES Onder dit item worden de instructiecategorieën gegroepeerd die toegewezen kunnen worden aan de ingangen 1 - 2 - 3 (zie “configuratie ingangen - Tabel 1” om te zien welke instructies beschikbaar zijn). Iedere instructiecategorie biedt diverse werk- ingsmodi die beschreven zijn in een tabel (1-A, 1-B, etc.): stap-voor-stap In deze instructiecategorie is het mogelijk één van de werkingsmodi te kiezen die beschreven zijn in Tabel 1-A.
  • Pagina 10 Open 2 Belangrijk – Wanneer men bij het versturen van een instructie de toets van de zender minder dan 2 seconden ingedrukt houdt, zal de besturingseenheid het manoeuvre van de instructie “gedeeltelijke opening 1” uitvoeren (configuratie ingangen > Tabel 1). Open persoon aanwezig De openingsmanoeuvre wordt alleen uitgevoerd indien men de toets van de zender ingedrukt houdt (persoon aanwezig).
  • Pagina 11 stop en korte omkering Wanneer de besturingseenheid de instructie ontvangt, stopt hij de aan de gang zijde openingsmanoeuvre en laat hij de appli¬catie een korte omkering in tegengestelde richting uitvoeren (sluiting). Let op! – Tijdens de uitvoering van het sluitmanoeuvre wordt deze instructie genegeerd. Stop Wanneer de besturingseenheid de instructie ontvangt, stopt hij de aande gang zijnde openingsmanoeuvre.
  • Pagina 12 TABEL 1: CONFIGURATIE UITGANGEN FUNCTIE BESCHRIJVING Rood verkeerslicht (0x0d) Deze functie geeft de activiteit van de applicatie gedurende de fasen van een sluitmanoeuvre aan: langzaam knipperen = uitvoering van de sluitmanoeuvre; vast brandend lampje = applicatie in positie van Maximale sluiting; lampje uit = applicatie in andere posities.
  • Pagina 13 lampje knippert gedurende de uitvoering van de volledige manoeuvre = aantal manoeuvres tussen ’80 en 100%; lampje knippert altijd = aantal manoeuvres meer dan 100%. Men gebruikt de uitgang OUT-TL1 bij 24 Vcc / max. 5 W. Knipperend bij 24V (0x17) Dankzij deze functie kan het controlelampje door regelmatig knipperen (0,5 seconde aan, 0,5 seconde uit) aangeven dat de automatisering bezig is met het uitvoeren van een manoeuvre.
  • Pagina 14 TABEL 2: CONFIGURATIE UITGANGEN FUNCTIE BESCHRIJVING Niet gespecificeerd De uitgang wordt nooit geactiveerd. sca (= lampje Poort Open) Het geprogrammeerde lampje geeft de werkingsstatussen van de besturing- seenheid aan: lampje uit = applicatie in positie van Maximale sluiting; langzaam knipperend lampje = applicatie in uitvoeringsfase openingsma- noeuvre;...
  • Pagina 15 zuignap 1 Wanneer deze functie geprogrammeerd is, zal de zuignap actief worden wan- neer de applicatie in de positie van Maximale sluiting is. Opmerking – In alle andere situaties is de zuignap gedeactiveerd. Wanneer de zuignap gedeactiveerd wordt, zal, voordat er een openingsma- noeuvre begint, de tijd worden afgeteld die geprogrammeerd is in de functie “tijd zuignap - configuratie uitgangen”...
  • Pagina 16 Status bedieningseenheid (0x1f) Deze uitgang overschrijft de werking van de Bluebus-led die de status van de bedieningseenheid bepaalt, inclusief diagnoses. Bovendien wordt de uitgang gedeactiveerd wanneer de veiligheidsketen (ALT, thermische beveiliging mo- tor, SAFE, STOP-toets op deksel) wordt onderbroken. Uitgang actief 24Vcc / max. 10 W uitgang 2 Voor deze uitgang is het mogelijk één van de functies te kiezen die beschreven zijn in Tabel 2.
  • Pagina 17 Gereserveerd 1 (0xaa) Met deze parameter krijgt u toegang tot de overstroombedieningsknoppen van de omvormer. Om deze parameter te wijzigen, moet u contact opnemen met de technische service van Nice. Gereserveerd 2 (0xab) Met deze parameter krijgt u toegang tot de beveiligingen van de omvormer. Om deze parameter te wijzigen, moet u contact opnemen met de technische service van Nice.
  • Pagina 18 STROOMTOEVOER: Geeft aan welk type stroomvoorziening de automatisering gebruikt: elektrici- teitsnet (120/230 Vac) of bufferbatterij (24 Vcc). FOUTENGEHEUGEN: Map M1 Geeft aan of er een fout aanwezig is in de in het geheugen opgesla¬gen gege- vens met betrekking tot de waarden van de kracht die de motor 1 nodig heeft voor het uitvoeren van een manoeuvre.
  • Pagina 19: Onderhoud

    FOTO 1 II Geeft aan of de fotocel aanwezig is, wat zijn werkingsstatus is en of het gege- ven correct in de besturingseenheid is opgeslagen. FOTO 2 Geeft aan of de fotocel aanwezig is, wat zijn werkingsstatus is en of het gege- ven correct in de besturingseenheid is opgeslagen.
  • Pagina 20: Geavanceerde Functies

    GEAVANCEERDE FUNCTIES overzicht gebeurtenissen Met deze functie is het mogelijk de door de besturingseenheid gegenereerde of ontvangen “gebeurtenissen” weer te geven. Onder “gebeurtenis” verstaat men een conditie die ertoe leidt dat de werkingsstatus van de besturingseenheid verandert. Enkele voorbeelden: de activering van een ingang, het einde van een manoeuvre, de inwerkingtreding van een fotocel of van de ‘alt’-ingang enz.

Inhoudsopgave