stop en korte omkering
Stop
foto 3
In deze instructiecategorie is het mogelijk één van de werkingsmodi te kiezen die beschreven zijn in Tabel 1-I.
WERKINGSMODUS
tijdelijke stop
Stop
halt in opening
In deze instructiecategorie is het mogelijk één van de werkingsmodi te kiezen die beschreven zijn in Tabel 1-L.
WERKINGSMODUS
Geen
Halt
halt en korte omkering
Halt en omkering
halt in sluiting
In deze instructiecategorie is het mogelijk één van de werkingsmodi te kiezen die beschreven zijn in Tabel 1-M.
WERKINGSMODUS
Geen
Halt
halt en korte omkering
Halt en omkering
Alt in voorsluiting (0x6e)
In deze instructiecategorie kan een van de werkingsmodi beschreven in Tabel 1-N worden geselecteerd bij detectie van de gevoelige rand binnen de uitslui-
tingswaarden.
WERKINGSMODUS
Halt
Geen
configuratie UITGANGEN
Onder dit item worden de functies gegroepeerd die beschikbaar zijn en toegewezen kunnen worden aan de uitgangen 1 (flash) - 2 - 3 die aanwezig zijn op
de besturingseenheid van een automatisering. Iedere uitgang biedt diverse functies, die beschreven zijn in een tabel (Tabel 2, Tabel 3, etc.):
UITGANG
Traffic Light-uitgang
De volgende aansluitingen zijn mogelijk:
8: Gemeenschappelijk 24V
9: uitgang OUT-TL1
10: uitgang OUT-TL2
11: uitgang OUT-TL3
Wanneer de besturingseenheid de instructie ontvangt, stopt hij de aan de
gang zijde openingsmanoeuvre en laat hij de appli¬catie een korte omkering
in tegengestelde richting uitvoeren (sluiting). Let op! – Tijdens de uitvoering
van het sluitmanoeuvre wordt deze instructie genegeerd.
Wanneer de besturingseenheid de instructie ontvangt, stopt hij de aande
gang zijnde openingsmanoeuvre. Let op! – Tijdens de uitvoering van het sluit-
manoeuvre wordt deze instructie genegeerd.
TABEL 1-I: CONFIGURATIE INSTRUCTIES
BESCHRIJVING
In de fabriek ingestelde werkingsmodus. Wanneer de besturingseenheid de
instructie ontvangt, blokkeert hij de aan de gang zijnde sluitmanoeuvre zo lang
de instructie actief is. Wanneer de instructie daarentegen niet langer actief is,
laat de besturingseenheid de applicatie een openingsmanoeuvre uitvoeren.
Wanneer de besturingseenheid de instructie ontvangt, stopt hij de aan de
gang zijde manoeuvre.
TABEL 1-L: CONFIGURATIE INSTRUCTIES
BESCHRIJVING
In de fabriek ingestelde werkingsmodus. Wanneer dit type werking is inge-
steld, zal de besturingseenheid bij ontvangst van de instructie het lopende
openingsmanoeuvre onmiddellijk blokkeren.
Wanneer de besturingseenheid de instructie ontvangt, zal hij de aan de gang
zijnde openingsmanoeuvre onmiddellijk stop¬pen en de applicatie een korte
omkering van de manoeuvre in tegengestelde richting laten uitvoeren (sluiting).
Wanneer de besturingseenheid de instructie ontvangt, zal ze het lopende slu-
itmanoeuvre onmiddellijk stopzetten en de applicatie een totale omkering van
het manoeuvre in tegengestelde richting laten uitvoeren (opening).
TABEL 1-M: CONFIGURATIE INSTRUCTIES
BESCHRIJVING
In de fabriek ingestelde werkingsmodus. Wanneer de besturingseenheid de
instructie ontvangt, zal hij de aan de gang zijnde sluitmanoeuvre onmiddellijk
blokkeren.
Wanneer de besturingseenheid de instructie ontvangt, zal hij de aan de gang
zijnde sluitmanoeuvre onmiddellijk stoppen en de applicatie een korte omke-
ring van de manoeuvre in tegen¬gestelde richting laten uitvoeren (opening).
Wanneer de besturingseenheid de instructie ontvangt, zal ze het lopende slu-
itmanoeuvre onmiddellijk stopzetten en de applicatie een totale omkering van
het manoeuvre in tegengestelde richting laten uitvoeren (opening).
TABEL 1-N: CONFIGURATIE INSTRUCTIES
BESCHRIJVING
In de fabriek ingestelde werkingsmodus. Bij ontvangst van de instructie zal de
besturingseenheid het lopende sluitmanoeuvre onmiddellijk blokkeren.
De detectie van de rand wordt genegeerd en het manoeuvre wordt verder
uitgevoerd tot de ingestelde uitsluitingswaarde.