4.3 POMPDRUK EN LUCHTDEBIET
REGELING 1ste VLAMGANG
REGELING LUCHTKLEP
De moer (1) losdraaien, de schroef (2) draaien tot het merkteken (3) de ideale standbereikt. Blokkeer daarna de
moer (1), (zie Fig. 14).
REGELING OLIEDRUK
De druk werd in de fabriek afgesteld op 9 bar.
Voor aanpassing van de druk volstaat het de schroef (7) te draaien.
De manometer om de druk te controleren moet op de plaats van de stop (8) worden gemonteerd, (zie Fig. 15).
REGELING 2de VLAMGANG
REGELING LUCHTKLEP
De moer (4) losdraaien, de schroef (5) draaien tot het merkteken (6) de ideale stand bereikt. Blokkeer daar-
na de moer (4), (zie Fig. 14).
REGELING OLIEDRUK
De druk werd in de fabriek afgesteld op 14 bar.
Voor aanpassing van de druk volstaat het de schroef (9) te draaien.
De manometer om de druk te controleren moet op de plaats van de stop (8) worden gemonteerd, (zie fig; 15).
Bij stilstand van de brander, sluit de luchtklep zich automatisch tot een onderdruk in de schouw van max.
0,5 mbar
2305
Fig. 14
Fig. 15
S7078
8
NL