19
|
Configuratie
19.1.5 Gebruik van stand 1
19.1.6 Gebruik van stand 2
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
128
Stand 1 wordt gebruikt voor het instellen van basisinstellingen en het controleren
van de staat van de unit.
Wat
Instellingen in stand 1
veranderen
Afsluiten en terugkeren naar de
beginstand
Voorbeeld:
Inhoud van parameter [1‑10] controleren (aantal op het systeem aangesloten
binnenunits controleren).
[A‑B]=C in dit geval gedefinieerd als: A=1; B=10; C=waarde die willen te weten
komen/controleren:
1 Controleer of de aanduiding op het 7-segmentendisplay die van de
standaardsituatie is (normale werking).
2 Druk één keer op BS1.
Resultaat: Stand 1 wordt geactiveerd:
3 Druk 10 keer op BS2.
Resultaat: Stand 1 instelling 10 wordt opgeroepen:
4 Druk één keer op BS3; de weergegeven waarde (afhankelijk van de lokale
situatie), is het aantal op het systeem aangesloten binnenunits.
Resultaat: Stand 1 instelling 10 wordt opgeroepen en geselecteerd; de
weergegeven waarde is gecontroleerde informatie
5 Druk één keer op BS1 om stand 1 af te sluiten.
Lokale instellingen in stand 2 moeten in de master-unit worden ingevoerd.
Stand 2 wordt gebruikt voor het instellen van lokale instellingen van de buitenunit
en het systeem.
Wat
Instellingen in stand 2
veranderen
Afsluiten en terugkeren naar de
beginstand
Hoe
1
Druk één keer op BS1 om stand 1 te
selecteren.
2
Druk op BS2 om de gewenste instelling te
selecteren.
3
Druk één keer op BS3 om naar de waarde
van de geselecteerde instelling te gaan.
Druk op BS1.
Hoe
▪
Druk meer dan vijf seconden op BS1 om
stand 2 te selecteren.
▪
Druk op BS2 om de gewenste instelling te
selecteren.
▪
Druk één keer op BS3 om naar de waarde van
de geselecteerde instelling te gaan.
Druk op BS1.
RXYQQ8~20U7Y1B
VRV IV Q+-reeks warmtepomp
4P546229-1B – 2024.03