18
|
Elektrische installatie
18.6 Voeding aansluiten
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
122
(a) Uitbreekopening vrijmaken. Sluit de opening af om te voorkomen dat kleine dieren
of vuil binnendringen.
De voedingskabel MOET met een lokaal voorziene klem op de beugel worden
bevestigd om te voorkomen dat er externe krachten op de aansluitklem worden
uitgeoefend. De groen en geel gestreepte draad MAG ALLEEN worden gebruikt
voor de aarding.
8~12 HP
a
c
b
d
14~20 HP
a
c
b
d
a Voeding (380~415 V, 3N~ 50 Hz)
b Zekering
c Aardlekbeveiliging
d Aardingskabel
e Klemmenstrook voeding
f Sluit elke stroomdraad aan: RED op L1, WHT op L2, BLK op L3 en BLU op N
g Aardingsdraad (GRN/YLW)
h Kabelbinder
i Schotelring
j Draai de aardingskabel rond de klem wanneer u hem aansluit.
OPMERKING
Sluit de voeding nooit aan op de klemmenstrook van de transmissiebedrading.
Anders kan het hele systeem onklaar raken.
INFORMATIE
Installatie en routering bij gebruik van de keuzeschakelaar koelen/verwarmen: zie de
montagehandleiding van de keuzeschakelaar koelen/verwarmen.
VOORZICHTIG
▪
Bij het aansluiten van de voeding: sluit eerst de aardingskabel aan vóór de
stroomvoerende draden worden aangesloten.
▪
Bij het losmaken van de voeding: maak eerst de stroomvoerende draden los vóór
de aarding wordt losgemaakt.
▪
De lengte van de geleiders tussen de trekontlasting van de voedingskabel en de
klemmenstrook MOET zodanig zijn dat de stroomvoerende geleiders strak zitten
vóór de aardingsgeleider voor het geval dat de voedingskabel wordt losgetrokken
van de trekontlasting.
e
f
g
i
j
h
e
f
g
i
j
h
RXYQQ8~20U7Y1B
VRV IV Q+-reeks warmtepomp
4P546229-1B – 2024.03