HYDRAULISCHE AANSLUITINGEN
BEDIENING VAN POMP EN CILINDER
Ontluchten
1. Breng afdichtingsmiddel (of Teflon tape) aan op de schroefdraad van de manometer,
het NPT slangkoppelstuk en de manometer adapter. Maak de aansluitingen zoals in
bovenstaande afbeelding is aangegeven.
OPMERKING: Gebruik bij het maken van hydraulische aansluitingen alleen op de
schroefdraad van mannetjes NPT koppelstukken een afdichtingsmiddel van goede
kwaliteit. Laat, indien u Teflon tape gebruikt de eerste volledige gang vrij. Wees
spaarzaam met tape. Losse Teflon tape in uw pomp of cilinder kan storingen of
schade tot gevolg hebben. Wikkel de tape zodanig dat het bij montage strak trekt.
(Met de klok mee en de schroefdraad naar u toe gericht. )
2. Koppel de slang aan de cilinder. Draai alle koppelingen met de hand aan. Er is geen
gereedschap nodig voor het maken van deze aansluiting.
1. Sluit de ontlastklep van de pomp door hem naar rechts te draaien.
2. Bedien de pomphendel om de cilinder uit te laten lopen.
3. Open de ontlastklep van de pomp (naar links) om de cilinder terug te laten lopen. Als
de cilinder niet soepel terugloopt, dient u hem te ontluchten volgens onderstaande
aanwijzingen.
1. Draai de ontluchtings /vulstop een kwartslag naar links om de pomp te ontluchten.
Sluit de ontlastklep.
2. Zorg dat de pomp hoger gelegen
is dan de cilinder en dat het
plunjeruiteinde van de cilinder
naar beneden gericht is.
3. Laat de cilinder enige malen uit
en teruglopen. De opgesloten lucht
stijgt naar het pompreservoir.
4. Sluit de ontluchtings /vulstop.
Zie de handleiding voor de pomp (L-1763)
en cilinder (L-1608) voor nadere informatie
over installatie, werking en onderhoud van
de pomp en de cilinder.
Plaatsing voor het ontluchten van het systeem
Ontluchtings /vulstop
Ontlastklep
42
Lucht stijgt terwijl
de cilinder terugloopt