Als ontstekingsbeveiligingsgas moet, afhankelijk van de meetgassamenstelling, inert gas
(bijv. stikstof) of lucht gebruik worden. Afvoer van ontstekingsbeveiligingsgassen in de Ex-
zone is alleen toegestaan indien voorzien van een beveiliging tegen deeltjes of vonken.
2.4.3
Interne explosiebeveiliging
De interne explosiebeveiliging heeft betrekking op het meetgaspad (Containment System (CS))
in de analysator en de ontstekingsbeveiliging van het procesgas. Hierbij doen zich verschillende
gevallen voor:
• Niet brandbare meetgassen en gasmengsels onder de UEG:
Een vlamblokkade is niet nodig. Er moet echter voor gezorgd worden, dat het meetgas in de
CS ook te allen tijde onder de laagste explosiegrens blijft!
• Eventueel brandbare meetgassen:
Deze mogen in de gasanalysatoren CALOMAT 6F/CALOMAT 62F en OXYMAT 6F ingevoerd
worden, onder voorwaarde dat de in- en uitgangen voor meet- en referentiegas voorzien zijn
van vlamblokkering. De vlamblokkering dient te voldoen aan de veiligheidsvereisten voor
brandbare stoffen.
Voor het referentiegaspad van de OXYMAT 6F geldt het volgende:
een vlamblokkering is niet vereist, wanneer
ervoor gezorgd is, dat het referentiegas voor het inschakelen van het apparaat bewaakt
wordt.
De analysator ULTRAMAT 6F mag ook zonder vlamblokkering gebruikt worden.
• Vaak of altijd ontsteekbare gasmengsels:
Deze mogen niet ingevoerd worden!
• Meetgassen boven de bovenste explosiegrens:
Ze moeten in een bijzonder geval volgens een aparte vergunning na een oplevering op
locatie bij gebruik van inert gas als ontstekingsbeveiligingsgas beoordeeld worden.
2.4.4
Verdere veiligheidsmaatregelen
De meet- en referentiegasafvoerleidingen moeten buiten het explosiegevaarlijke gebied
uitlopen in een ongevaarlijke plek. De meetgasafvoerleiding kan ook teruggevoerd worden naar
de uitlaatplek.
In geval van afvoer van brandbare en niet brandbare meetgassen in explosiegevaarlijke
gebied, dient u de meetingang en -uitgang ieder van een vlamblokkering te voorzien.
Bij toevoer van brandbare stoffen, dient u na uitschakeling van de analysator en
overdrukbehuizing resp. bij gebruikmaking van de overdrukbehuizing, in geval van storing,
de meetgastoevoer onderbreken.
De maximaal toegestane meetgasdruk in de analysator is afhankelijk van de ingevoerde
gassoort (brandbaar of niet brandbaar) en wordt beschreven in 'Technische gegevens' onder
'Voorwaarden meetgasingang'.
Beknopte bedrijfshandleiding in overeenstemming met EN 61010-1 en EN 60079-0
Beknopte bedieningshandleiding, 04/2024, A5E45779389006-AB
Veiligheidsaanwijzingen
2.4 Analyseapparaten in explosieve zones
17