Het volume van de verplaatste vloeistof (opbrengst)
wordt hoofdzakelijk bepaald door de tijd en snelheid
van de pompmotor.
De tijd dat de motor aanstaat wordt vanuit de
software geregeld en is zeer nauwkeurig.
Het toerental van de motor wordt gemeten d.m.v.
een actieve toerenteller.
Figuur 6 laat zien dat op dat de as van de
pompmotor een schijfje zit gemonteerd (A =
Encoder). Dit schijfje draait met dezelfde snelheid
als de pomprotor.
De encoder draait tussen een lichtsensor (B) door
en onderbreekt telkens een lichtstraal. Het
onderbreken van de lichtstraal wordt omgezet in
voor de elektronica leesbare pulsen.
Fig. 6 Encoder
Dit vormt een actieve toerentalregeling die
waarborgt dat, gedurende de tijd dat de pompmotor
aan staat, het toerental en daarmee de water
opbrengst constant blijft.
Selectie van het gedoseerde heetwater:
Dit apparaat is uitgevoerd met een
heetwaterselector. Dit onderdeel (fig.7 ) is er
verantwoordelijk voor dat het gedoseerde water uit
de boiler in minimaal 3 en maximaal 6 richtingen
wordt gedoseerd (type afhankelijk).
Fig. 7 Waterselector
Fig. 8 Waterselector intern
A
B
Fig. 9 Waterverdeelschijf
Nadat de machine wordt aangezet zal de
waterselector naar zijn stand−by positie gaan
volgens de volgende procedure:
D De waterselectormotor wordt aangestuurd.
D Deze motor drijft met een kunststof worm de
waterverdeelschijf aan (fig.8 / 9 ).
D De nokjes op de verdeelschijf onderbreken de
lichtstraal van de lichtsensor en geven deze
pulsen door aan de besturing (fig.10 ).
D Wanneer de lichtsensor de brede nok op de
verdeelschijf waarneemt (fig.10 / 11 ) is de
beginpositie bepaald.
Fig. 10 Waterverdeelschijf
ECopyright Bravilor Bonamat B.V.