Inhoudsopgave
Advertenties
1.3
Opstarten
1.3.1
Initialisatie
De machine wordt aangezet met de
hoofdschakelaar. Op het LCD (Liquid Cristal
Display) verschijnen achtereenvolgens:
D alle symbolen die het display kan tonen.
D het versienummer van de vanuit de fabriek
geladen software (microprocessor).
D de versie van de eveneens vanuit de fabriek
geladen softwaretabel (Eeprom).
Dit proces neemt ca. 3 seconden in beslag en
eindigt met het dampende kopje in het LCD ten
teken dat deze fase goed is afgesloten.
1.3.2
Vullen
Het vlotterbakje en de boiler zijn verbonden met een
sifonslang. Ze vormen tezamen een communicerend
vat. Als de machine voor het eerst wordt aangezet
zal de vlotterbak leeg zijn en de vlotter omlaag
staan.
D Het magneetventiel wordt geopend en vult met
een, druk onafhankelijke, snelheid van 3,5 liter
per minuut water in de vlotterbak.
D Het water in de vlotterbak loopt via de slang
onder de vlotterbak naar de boiler.
D Nadat het waterniveau de vlotter omhoog heeft
gedrukt is het waterniveau in het vlotterbakje
gelijk met die van de boiler. Het magneetventiel
wordt uitgeschakeld.
D Bij het bereiken van het niveau van vlotter klinkt
een signaal.
Opmerking:
Aangezien het vullen van de vlotterbak sneller gaat
dan het "doorzakken" van het water naar de boiler,
zal het proces van vullen met korte tussenposes
plaats vinden.
1.3.3
Verwarmen
Nu het systeem volledig gevuld is met water zal het
element, door middel van een relais, aangezet
worden.
De onderste temperatuursensor meet de actuele
temperatuur van het water. Deze zorgt er voor dat
het water in de boiler verwarmd wordt tot de
gewenste eindtemperatuur. De bovenste
temperatuursensor is verantwoordelijk voor het wel
of niet vrijgeven van de machine voor doseren. De
verwarming schakelt uit als de ingestelde
temperatuur is bereikt.
Warm water heeft een lager soortelijk gewicht dan
koud water. Hierdoor zal het warme water in de
boiler niet via de sifonslang aan de onderzijde naar
het vlotterbakje terug willen stromen. Dat deel van
het systeem zal dus koud blijven. Dit laatste is van
groot belang omdat juist de delen in het vlotterbakje
gevoelig voor kalk zijn.
1.3.4
Vrijgave voor dosering vindt plaats indien:
D De vlotter in de bovenste stand staat.
D De tweede temperatuursensor een temperatuur
meet hoger dan de blokkeringstemperatuur.
D Na het indrukken van een selectietoets zal de
pompmotor (fig.4 ) gedurende een bepaalde tijd,
afhankelijk van de geprogrammeerde
hoeveelheid, met een bepaalde snelheid
(toerental) worden aangestuurd.
Fig. 4 Pompmotor + rotor
D De pomprotor draait rond in de met water gevulde
pompkamer. Deze wordt gevormd door de bodem
van de vlotterbak en de onderkant van het
pomphuis (fig.5 ).
Fig. 5 Pomphuis
D De pomprotor pompt het water uit de pompkamer,
via de sifonslang onderin de boiler.
D Het hete water wordt hierdoor uit de boiler
gedrukt.
D De vlotter en het magneetventiel zorgen ervoor
dat het niveau in de vlotterbak op peil blijft en er
dus water in de pompkamer blijft.
ECopyright Bravilor Bonamat B.V.
Doseren
Advertenties
Inhoudsopgave
